houwtouw
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- lanyard
Etymology
Compound from Dutch, Flemish houden (hold, keep, retain) + Dutch, Flemish touw (rope).
Origin
Dutch (Brabantic)
touw
Gloss
rope
Concept
Semantic Field
Quantity
Ontological Category
Classifier
Kanji
縄, 綱
Emoji
🪢
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aanhouden Dutch, Flemish
- afhouden Dutch, Flemish
- behouden Dutch, Flemish
- bezighouden Dutch, Flemish
- bijeenhouden Dutch, Flemish
- bijenhouder Dutch, Flemish
- bijhouden Dutch, Flemish
- houdbaar Dutch, Flemish
- houden Dutch, Flemish
- houder Dutch, Flemish
- houdgreep Dutch, Flemish
- houdster Dutch, Flemish
- huishouden Dutch, Flemish
- inhouden Dutch, Flemish
- jaagtouw Dutch, Flemish
- mishouden Dutch, Flemish
- nahouden Dutch, Flemish
- onderhouden Dutch, Flemish
- onthouden Dutch, Flemish
- ophouden Dutch, Flemish
- overhouden Dutch, Flemish
- schildhouder Dutch, Flemish
- sleeptouw Dutch, Flemish
- tegenhouden Dutch, Flemish
- touw Dutch, Flemish
- touwslager Dutch, Flemish
- touwwerk Dutch, Flemish
- uithouden Dutch, Flemish
- vasthouden Dutch, Flemish
- veehouder Dutch, Flemish
- verhouden Dutch, Flemish
- vershoudfolie Dutch, Flemish
- voortouw Dutch, Flemish
- weerhouden Dutch, Flemish
- zwaartouw Dutch, Flemish
- houden Middle Dutch
- touwe Middle Dutch
- hou Afrikaans
- tou Afrikaans
- touw
- houden
- houder
- inhouden
- jaagtouw
- behouden
- afhouden
- voortouw
- ophouden
- houdbaar
- touwwerk
- nahouden
- houdster
- aanhouden
- uithouden
- verhouden
- sleeptouw
- bijhouden
- houdgreep
- zwaartouw
- veehouder
- onthouden
- mishouden
- weerhouden
- vasthouden
- huishouden
- overhouden
- touwslager
- bezighouden
- bijenhouder
- tegenhouden
- onderhouden
- bijeenhouden
- schildhouder
- vershoudfolie