paardenbloem
Dutch (Brabantic)
/ˈpaːrdə(n)ˌblum/
noun
Definitions
- The dandelion, Taraxacum officinale, a wild flower species of the genus Taraxacum.
- Its fluffy, complex flower.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish paard (horse) + Dutch, Flemish bloem (flower).
Origin
Dutch (Brabantic)
bloem
Gloss
flower
Concept
Semantic Field
Agriculture and vegetation
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
花
Emoji
🌷 🌸 🌹 🌺 🌻 🌼 🎴 💐 💮 🥀
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- prad English
- Bloemendaal Dutch, Flemish
- bloem Dutch, Flemish
- bloembak Dutch, Flemish
- bloembed Dutch, Flemish
- bloembinder Dutch, Flemish
- bloemblad Dutch, Flemish
- bloembol Dutch, Flemish
- bloemdier Dutch, Flemish
- bloemencorso Dutch, Flemish
- bloemenkrans Dutch, Flemish
- bloemenkwekerij Dutch, Flemish
- bloementuin Dutch, Flemish
- bloemenvaas Dutch, Flemish
- bloemenveiling Dutch, Flemish
- bloemist Dutch, Flemish
- bloemkelk Dutch, Flemish
- bloemkool Dutch, Flemish
- bloemlezing Dutch, Flemish
- bloempap Dutch, Flemish
- bloemperk Dutch, Flemish
- bloempot Dutch, Flemish
- bloemrijk Dutch, Flemish
- bloemstuk Dutch, Flemish
- bloemtuin Dutch, Flemish
- bloemvaas Dutch, Flemish
- damastbloem Dutch, Flemish
- goudsbloem Dutch, Flemish
- grondbloem Dutch, Flemish
- hobbelpaard Dutch, Flemish
- jaagpaard Dutch, Flemish
- menspaard Dutch, Flemish
- muurbloem Dutch, Flemish
- nijlpaard Dutch, Flemish
- paard Dutch, Flemish
- paardebloem Dutch, Flemish
- paardenbek Dutch, Flemish
- paardenfluisteraar Dutch, Flemish
- paardenfokker Dutch, Flemish
- paardenkracht Dutch, Flemish
- paardenlul Dutch, Flemish
- paardenmiddel Dutch, Flemish
- paardenras Dutch, Flemish
- paardenrennen Dutch, Flemish
- paardenrookvlees Dutch, Flemish
- paardenstaart Dutch, Flemish
- paardenstal Dutch, Flemish
- paardentram Dutch, Flemish
- paardenvijg Dutch, Flemish
- paardmens Dutch, Flemish
- paardrijder Dutch, Flemish
- paasbloem Dutch, Flemish
- paradepaard Dutch, Flemish
- pinksterbloem Dutch, Flemish
- pisbloem Dutch, Flemish
- renpaard Dutch, Flemish
- rijpaard Dutch, Flemish
- rivierpaard Dutch, Flemish
- stoompaard Dutch, Flemish
- tarwebloem Dutch, Flemish
- trekpaard Dutch, Flemish
- veulenpaard Dutch, Flemish
- werkpaard Dutch, Flemish
- zeepaard Dutch, Flemish
- zonnebloem Dutch, Flemish
- *bʰleh₃- Proto-Indo-European
- bloeme Middle Dutch
- pert Middle Dutch
- blom Afrikaans
- perd Afrikaans
- bromki Sranan Tongo
- paard
- bloem
- bloemist
- rijpaard
- bloembed
- zeepaard
- bloempap
- bloempot
- bloembol
- pisbloem
- renpaard
- bloembak
- paasbloem
- bloemblad
- trekpaard
- paardmens
- bloemkelk
- bloemperk
- bloemstuk
- werkpaard
- muurbloem
- jaagpaard
- menspaard
- bloemtuin
- nijlpaard
- bloemdier
- bloemvaas
- bloemrijk
- bloemkool
- paardenbek
- paardenlul
- paardenras
- stoompaard
- tarwebloem
- goudsbloem
- zonnebloem
- grondbloem
- paardrijder
- paradepaard
- Bloemendaal
- bloemlezing
- bloemenvaas
- rivierpaard
- hobbelpaard
- paardentram
- paardenstal
- veulenpaard
- bloementuin
- paardebloem
- damastbloem
- paardenvijg
- bloembinder
- bloemencorso
- bloemenkrans
- paardenstaart
- pinksterbloem
- paardenrennen
- paardenkracht
- paardenfokker
- paardenmiddel
- bloemenveiling
- bloemenkwekerij
- paardenrookvlees
- paardenfluisteraar