melkglas
Dutch (Brabantic)
/ˈmɛlk.xlɑs/
noun
Definitions
- (countable) milk glass, white opal glass
- (countable) milk glass, glass from which one drinks milk
Etymology
Compound from Dutch, Flemish melk (milk) + Dutch, Flemish glas (glass, crystal).
Origin
Dutch (Brabantic)
glas
Gloss
glass, crystal
Concept
Semantic Field
Basic actions and technology
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
晶
Emoji
🍵 🍷 🍸️ 🍹 🔍️ 🔎 🥂 🥃 🥛 👨💻 👩💻 🕶️ 🤓 🥸 🧐
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- glass English
- Melkweg Dutch, Flemish
- aardbeienmelk Dutch, Flemish
- amandelmelk Dutch, Flemish
- bierglas Dutch, Flemish
- biestmelk Dutch, Flemish
- bijenmelk Dutch, Flemish
- borrelglas Dutch, Flemish
- borstmelk Dutch, Flemish
- brillenglas Dutch, Flemish
- cacaomelk Dutch, Flemish
- chocolademelk Dutch, Flemish
- geitenmelk Dutch, Flemish
- glas Dutch, Flemish
- glasaal Dutch, Flemish
- glasaardbei Dutch, Flemish
- glasachtig Dutch, Flemish
- glasbak Dutch, Flemish
- glascultuur Dutch, Flemish
- glasgordijn Dutch, Flemish
- glashelder Dutch, Flemish
- glasmie Dutch, Flemish
- glasplaat Dutch, Flemish
- glasteelt Dutch, Flemish
- glasteler Dutch, Flemish
- glastuinbouw Dutch, Flemish
- glastuinder Dutch, Flemish
- glastuinderij Dutch, Flemish
- glasvezel Dutch, Flemish
- glaszetter Dutch, Flemish
- glazen Dutch, Flemish
- glazenier Dutch, Flemish
- glazenmaker Dutch, Flemish
- glazenwasser Dutch, Flemish
- glazig Dutch, Flemish
- gletsjermelk Dutch, Flemish
- havermelk Dutch, Flemish
- heksenmelk Dutch, Flemish
- jakmelk Dutch, Flemish
- karnemelk Dutch, Flemish
- koeienmelk Dutch, Flemish
- koemelk Dutch, Flemish
- koetsiersglas Dutch, Flemish
- koffiemelk Dutch, Flemish
- kokosmelk Dutch, Flemish
- lavaglas Dutch, Flemish
- matglas Dutch, Flemish
- melk Dutch, Flemish
- melkboer Dutch, Flemish
- melkbrood Dutch, Flemish
- melkchocola Dutch, Flemish
- melkchocolade Dutch, Flemish
- melkfles Dutch, Flemish
- melkgebit Dutch, Flemish
- melkkoe Dutch, Flemish
- melkpoeder Dutch, Flemish
- melkslang Dutch, Flemish
- melksuiker Dutch, Flemish
- melktand Dutch, Flemish
- melkvee Dutch, Flemish
- melkveehouderij Dutch, Flemish
- melkzuur Dutch, Flemish
- moedermelk Dutch, Flemish
- oogglas Dutch, Flemish
- shotglas Dutch, Flemish
- sojamelk Dutch, Flemish
- theeglas Dutch, Flemish
- uurglas Dutch, Flemish
- vergrootglas Dutch, Flemish
- vogelmelk Dutch, Flemish
- wijnglas Dutch, Flemish
- wolfsmelk Dutch, Flemish
- ガラス Japanese
- glas Middle Dutch
- melc Middle Dutch
- glas Afrikaans
- melk Afrikaans
- gelas Malay
- 글라스 Korean
- melek Tok Pisin
- merki Sranan Tongo
- melk Dutch Low Saxon
- melk
- glas
- glazen
- glazig
- glasaal
- melkkoe
- oogglas
- matglas
- glasbak
- jakmelk
- uurglas
- glasmie
- koemelk
- Melkweg
- melkvee
- wijnglas
- melktand
- lavaglas
- bierglas
- sojamelk
- melkzuur
- melkboer
- melkfles
- theeglas
- shotglas
- bijenmelk
- cacaomelk
- havermelk
- melkbrood
- glasteelt
- melkslang
- wolfsmelk
- vogelmelk
- biestmelk
- kokosmelk
- borstmelk
- karnemelk
- glasplaat
- melkgebit
- glasteler
- glazenier
- glasvezel
- koeienmelk
- melksuiker
- melkpoeder
- heksenmelk
- glashelder
- borrelglas
- moedermelk
- glasachtig
- koffiemelk
- geitenmelk
- glaszetter
- glazenmaker
- melkchocola
- glasaardbei
- glasgordijn
- brillenglas
- glascultuur
- glastuinder
- amandelmelk
- glazenwasser
- gletsjermelk
- vergrootglas
- glastuinbouw
- glastuinderij
- aardbeienmelk
- koetsiersglas
- chocolademelk
- melkchocolade
- melkveehouderij