bergwerker
Dutch (Brabantic)
/ˈbɛrxˌʋɛr.kər/
noun
Definitions
- (now) miner one who works in a mine
Etymology
Affix from Dutch, Flemish berg (mountain, mound, pile, hill, mount) + Dutch, Flemish werken (work).
Origin
Dutch (Brabantic)
werken
Gloss
work
Concept
Semantic Field
Basic actions and technology
Ontological Category
Action/Process
Kanji
働
Emoji
✂️ 🏗️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Beerenberg Dutch, Flemish
- Bekkeneelberg Dutch, Flemish
- Olijfberg Dutch, Flemish
- Stofberg Dutch, Flemish
- Tempelberg Dutch, Flemish
- Woldberg Dutch, Flemish
- aanwerken Dutch, Flemish
- afwerken Dutch, Flemish
- berg Dutch, Flemish
- bergachtig Dutch, Flemish
- bergaf Dutch, Flemish
- bergafwaarts Dutch, Flemish
- bergbewoner Dutch, Flemish
- bergdorp Dutch, Flemish
- bergfort Dutch, Flemish
- berggebied Dutch, Flemish
- berggeit Dutch, Flemish
- berggod Dutch, Flemish
- berggodin Dutch, Flemish
- berghelling Dutch, Flemish
- berghoen Dutch, Flemish
- bergketen Dutch, Flemish
- bergklassement Dutch, Flemish
- bergkristal Dutch, Flemish
- bergleeuw Dutch, Flemish
- bergmassief Dutch, Flemish
- bergnimf Dutch, Flemish
- bergop Dutch, Flemish
- bergpad Dutch, Flemish
- bergpas Dutch, Flemish
- bergreeks Dutch, Flemish
- bergreus Dutch, Flemish
- bergrijst Dutch, Flemish
- bergrug Dutch, Flemish
- bergteer Dutch, Flemish
- bergtop Dutch, Flemish
- bergvenkel Dutch, Flemish
- bergvesting Dutch, Flemish
- bergvrede Dutch, Flemish
- bergweide Dutch, Flemish
- bergwind Dutch, Flemish
- bewerken Dutch, Flemish
- bijwerken Dutch, Flemish
- boterberg Dutch, Flemish
- doorwerken Dutch, Flemish
- gemeentewerken Dutch, Flemish
- hoogwerker Dutch, Flemish
- hooiberg Dutch, Flemish
- ijsberg Dutch, Flemish
- inwerken Dutch, Flemish
- meewerken Dutch, Flemish
- openwerken Dutch, Flemish
- overwerken Dutch, Flemish
- samenwerken Dutch, Flemish
- schaamberg Dutch, Flemish
- steenberg Dutch, Flemish
- tafelberg Dutch, Flemish
- tegenwerken Dutch, Flemish
- uitwerken Dutch, Flemish
- verwerken Dutch, Flemish
- vetberg Dutch, Flemish
- wegwerken Dutch, Flemish
- werkbaar Dutch, Flemish
- werkbalk Dutch, Flemish
- werkdag Dutch, Flemish
- werkdier Dutch, Flemish
- werken Dutch, Flemish
- werker Dutch, Flemish
- werkgebied Dutch, Flemish
- werking Dutch, Flemish
- werkman Dutch, Flemish
- werkmier Dutch, Flemish
- werkpaard Dutch, Flemish
- werkplaats Dutch, Flemish
- werkplek Dutch, Flemish
- werkster Dutch, Flemish
- werkstraf Dutch, Flemish
- werkuur Dutch, Flemish
- werkvloer Dutch, Flemish
- werkwoord Dutch, Flemish
- wijnberg Dutch, Flemish
- zwartwerken Dutch, Flemish
- *bʰerǵʰ- Proto-Indo-European
- berch Middle Dutch
- werken Middle Dutch
- berg Afrikaans
- bergi Sranan Tongo
- berg
- bergaf
- werken
- bergop
- werker
- ijsberg
- werkuur
- berggod
- werking
- vetberg
- bergpad
- bergpas
- werkdag
- werkman
- bergtop
- bergrug
- afwerken
- bergwind
- werkster
- werkbaar
- Woldberg
- bergreus
- Stofberg
- berghoen
- werkbalk
- bewerken
- werkmier
- werkplek
- wijnberg
- inwerken
- hooiberg
- bergteer
- bergnimf
- werkdier
- berggeit
- bergdorp
- bergfort
- berggodin
- aanwerken
- werkvloer
- boterberg
- werkwoord
- bergweide
- verwerken
- steenberg
- uitwerken
- bergketen
- werkpaard
- bergleeuw
- bergreeks
- bergrijst
- bijwerken
- Olijfberg
- meewerken
- tafelberg
- wegwerken
- bergvrede
- werkstraf
- openwerken
- werkplaats
- bergvenkel
- schaamberg
- bergachtig
- Beerenberg
- werkgebied
- doorwerken
- Tempelberg
- hoogwerker
- berggebied
- overwerken
- samenwerken
- tegenwerken
- bergbewoner
- berghelling
- zwartwerken
- bergkristal
- bergvesting
- bergmassief
- bergafwaarts
- Bekkeneelberg
- bergklassement
- gemeentewerken