berggebied
Dutch (Brabantic)
/ˈbɛr(x).xəˌbit/
noun
Definitions
- A mountainous area, a mountain region.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish berg (mountain, mound, pile, hill, mount) + Dutch, Flemish gebied (area, territory, zone, region).
Origin
Dutch (Brabantic)
gebied
Gloss
area, territory, zone, region
Concept
Semantic Field
The physical world
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Beerenberg Dutch, Flemish
- Bekkeneelberg Dutch, Flemish
- Goudlokjesgebied Dutch, Flemish
- Olijfberg Dutch, Flemish
- Stofberg Dutch, Flemish
- Tempelberg Dutch, Flemish
- Woldberg Dutch, Flemish
- aandachtsgebied Dutch, Flemish
- afzetgebied Dutch, Flemish
- berg Dutch, Flemish
- bergachtig Dutch, Flemish
- bergaf Dutch, Flemish
- bergafwaarts Dutch, Flemish
- bergbewoner Dutch, Flemish
- bergdorp Dutch, Flemish
- bergfort Dutch, Flemish
- berggeit Dutch, Flemish
- berggod Dutch, Flemish
- berggodin Dutch, Flemish
- berghelling Dutch, Flemish
- berghoen Dutch, Flemish
- bergketen Dutch, Flemish
- bergklassement Dutch, Flemish
- bergkristal Dutch, Flemish
- bergleeuw Dutch, Flemish
- bergmassief Dutch, Flemish
- bergnimf Dutch, Flemish
- bergop Dutch, Flemish
- bergpad Dutch, Flemish
- bergpas Dutch, Flemish
- bergreeks Dutch, Flemish
- bergreus Dutch, Flemish
- bergrijst Dutch, Flemish
- bergrug Dutch, Flemish
- bergteer Dutch, Flemish
- bergtop Dutch, Flemish
- bergvenkel Dutch, Flemish
- bergvesting Dutch, Flemish
- bergvrede Dutch, Flemish
- bergweide Dutch, Flemish
- bergwerker Dutch, Flemish
- bergwind Dutch, Flemish
- beschermgebied Dutch, Flemish
- boterberg Dutch, Flemish
- gebied Dutch, Flemish
- gebiedsdeel Dutch, Flemish
- grensgebied Dutch, Flemish
- grondgebied Dutch, Flemish
- havengebied Dutch, Flemish
- hooiberg Dutch, Flemish
- ijsberg Dutch, Flemish
- kustgebied Dutch, Flemish
- leefgebied Dutch, Flemish
- losloopgebied Dutch, Flemish
- oorlogsgebied Dutch, Flemish
- rechtsgebied Dutch, Flemish
- rivierengebied Dutch, Flemish
- riviergebied Dutch, Flemish
- schaamberg Dutch, Flemish
- steenberg Dutch, Flemish
- stroomgebied Dutch, Flemish
- taalgebied Dutch, Flemish
- tafelberg Dutch, Flemish
- vakgebied Dutch, Flemish
- vetberg Dutch, Flemish
- werkgebied Dutch, Flemish
- wijnberg Dutch, Flemish
- *bʰerǵʰ- Proto-Indo-European
- berch Middle Dutch
- gebiet Middle Dutch
- berg Afrikaans
- bergi Sranan Tongo
- berg
- bergaf
- bergop
- gebied
- ijsberg
- berggod
- vetberg
- bergpad
- bergpas
- bergtop
- bergrug
- bergwind
- Woldberg
- bergreus
- Stofberg
- berghoen
- wijnberg
- hooiberg
- bergteer
- bergnimf
- berggeit
- bergdorp
- bergfort
- berggodin
- boterberg
- bergweide
- steenberg
- bergketen
- bergleeuw
- bergreeks
- bergrijst
- vakgebied
- Olijfberg
- tafelberg
- bergvrede
- bergwerker
- taalgebied
- bergvenkel
- schaamberg
- bergachtig
- kustgebied
- Beerenberg
- werkgebied
- leefgebied
- Tempelberg
- grondgebied
- gebiedsdeel
- bergbewoner
- berghelling
- afzetgebied
- bergkristal
- grensgebied
- havengebied
- bergvesting
- bergmassief
- riviergebied
- rechtsgebied
- bergafwaarts
- stroomgebied
- Bekkeneelberg
- oorlogsgebied
- losloopgebied
- rivierengebied
- beschermgebied
- bergklassement
- aandachtsgebied
- Goudlokjesgebied