zwemstaart
Dutch (Brabantic)
/ˈzʋɛm.staːrt/
noun
Definitions
- A tail that can be used for propulsion when swimming.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish zwemmen (swim) + Dutch, Flemish staart (tail).
Origin
Dutch (Brabantic)
staart
Gloss
tail
Concept
Semantic Field
The body
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
尾
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aanzwemmen Dutch, Flemish
- apenstaart Dutch, Flemish
- bezwemmen Dutch, Flemish
- grijpstaart Dutch, Flemish
- kwispelstaart Dutch, Flemish
- kwispelstaarten Dutch, Flemish
- magnetostaart Dutch, Flemish
- ontzwemmen Dutch, Flemish
- paardenstaart Dutch, Flemish
- pijlstaartrog Dutch, Flemish
- rugzwemmen Dutch, Flemish
- staart Dutch, Flemish
- staartbeen Dutch, Flemish
- staartman Dutch, Flemish
- staartploeg Dutch, Flemish
- staartster Dutch, Flemish
- staartstuk Dutch, Flemish
- staartvin Dutch, Flemish
- zwaluwstaart Dutch, Flemish
- zweepstaart Dutch, Flemish
- zwembad Dutch, Flemish
- zwemblaas Dutch, Flemish
- zwembroek Dutch, Flemish
- zwemkelle Dutch, Flemish
- zwemkleding Dutch, Flemish
- zwemmen Dutch, Flemish
- zwemmer Dutch, Flemish
- zwempak Dutch, Flemish
- zwemster Dutch, Flemish
- zwemvest Dutch, Flemish
- zwemvlies Dutch, Flemish
- zwemvogel Dutch, Flemish
- stert Middle Dutch
- swemmen Middle Dutch
- swem Afrikaans
- staart
- zwemmer
- zwempak
- zwemmen
- zwembad
- zwemvest
- zwemster
- staartvin
- staartman
- bezwemmen
- zwemvogel
- zwembroek
- zwemvlies
- zwemkelle
- zwemblaas
- rugzwemmen
- staartstuk
- staartster
- apenstaart
- staartbeen
- ontzwemmen
- aanzwemmen
- zweepstaart
- staartploeg
- grijpstaart
- zwemkleding
- zwaluwstaart
- pijlstaartrog
- paardenstaart
- magnetostaart
- kwispelstaart
- kwispelstaarten