wonderteken
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- miraculous sign
Etymology
Compound from Dutch, Flemish wonder (miracle, wonder) + Dutch, Flemish teken (sign, character, mark, sign token).
Origin
Dutch (Brabantic)
teken
Gloss
sign, character, mark, sign token
Concept
Semantic Field
Speech and language
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
字
Emoji
🛑
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aandachtsteken Dutch, Flemish
- aanhalingsteken Dutch, Flemish
- afbreekteken Dutch, Flemish
- deelteken Dutch, Flemish
- ereteken Dutch, Flemish
- gedenkteken Dutch, Flemish
- hemelteken Dutch, Flemish
- koppelteken Dutch, Flemish
- leesteken Dutch, Flemish
- schriftteken Dutch, Flemish
- teken Dutch, Flemish
- tekenreeks Dutch, Flemish
- uitroepteken Dutch, Flemish
- veldteken Dutch, Flemish
- voorteken Dutch, Flemish
- vraagteken Dutch, Flemish
- wapenteken Dutch, Flemish
- weglatingsteken Dutch, Flemish
- wereldwonder Dutch, Flemish
- wonder Dutch, Flemish
- wonderbaar Dutch, Flemish
- wonderdoener Dutch, Flemish
- wonderdokter Dutch, Flemish
- wonderkind Dutch, Flemish
- wonderknaap Dutch, Flemish
- wonderlijk Dutch, Flemish
- wonderwel Dutch, Flemish
- teken Indonesian
- têken Middle Dutch
- wonder Middle Dutch
- teken Afrikaans
- teken
- wonder
- ereteken
- veldteken
- voorteken
- wonderwel
- deelteken
- leesteken
- hemelteken
- wonderlijk
- tekenreeks
- wonderbaar
- wapenteken
- vraagteken
- wonderkind
- koppelteken
- gedenkteken
- wonderknaap
- wonderdokter
- uitroepteken
- schriftteken
- wereldwonder
- afbreekteken
- wonderdoener
- aandachtsteken
- aanhalingsteken
- weglatingsteken