wereldwonder
Dutch (Brabantic)
/ˈʋeː.rəltˌʋɔn.dər/
noun
Definitions
- wonder of the world
Etymology
Compound from Dutch, Flemish wereld (world) + Dutch, Flemish wonder (miracle, wonder).
Origin
Dutch (Brabantic)
wonder
Gloss
miracle, wonder
Concept
Semantic Field
Religion and belief
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Wereldbank Dutch, Flemish
- Werelddierendag Dutch, Flemish
- boevenwereld Dutch, Flemish
- bovenwereld Dutch, Flemish
- buitenwereld Dutch, Flemish
- dierenwereld Dutch, Flemish
- gedachtewereld Dutch, Flemish
- klankwereld Dutch, Flemish
- misdaadwereld Dutch, Flemish
- onderwereld Dutch, Flemish
- wereld Dutch, Flemish
- wereldbeeld Dutch, Flemish
- wereldbevolking Dutch, Flemish
- wereldbol Dutch, Flemish
- wereldbrand Dutch, Flemish
- wereldburger Dutch, Flemish
- wereldburgeres Dutch, Flemish
- werelddeel Dutch, Flemish
- wereldeconomie Dutch, Flemish
- werelderfgoed Dutch, Flemish
- wereldhandel Dutch, Flemish
- wereldheer Dutch, Flemish
- wereldheerschappij Dutch, Flemish
- wereldkaart Dutch, Flemish
- wereldkampioen Dutch, Flemish
- wereldkampioene Dutch, Flemish
- wereldkampioenschap Dutch, Flemish
- wereldkrijg Dutch, Flemish
- wereldlijk Dutch, Flemish
- wereldmacht Dutch, Flemish
- wereldmuziek Dutch, Flemish
- wereldnieuws Dutch, Flemish
- wereldomroep Dutch, Flemish
- wereldoorlog Dutch, Flemish
- wereldorde Dutch, Flemish
- wereldpolitiek Dutch, Flemish
- wereldrevolutie Dutch, Flemish
- wereldrijk Dutch, Flemish
- wereldschokkend Dutch, Flemish
- wereldstekker Dutch, Flemish
- wereldtaal Dutch, Flemish
- wereldtentoonstelling Dutch, Flemish
- wereldtitel Dutch, Flemish
- wereldverbeteraar Dutch, Flemish
- wereldverzaker Dutch, Flemish
- wereldvoorraad Dutch, Flemish
- wereldvrede Dutch, Flemish
- wereldzee Dutch, Flemish
- wonder Dutch, Flemish
- wonderbaar Dutch, Flemish
- wonderdoener Dutch, Flemish
- wonderdokter Dutch, Flemish
- wonderkind Dutch, Flemish
- wonderknaap Dutch, Flemish
- wonderlijk Dutch, Flemish
- wonderteken Dutch, Flemish
- wonderwel Dutch, Flemish
- zakenwereld Dutch, Flemish
- werelt Middle Dutch
- wonder Middle Dutch
- wêreld Afrikaans
- wonder
- wereld
- wereldzee
- wonderwel
- wereldbol
- wereldheer
- wonderlijk
- wonderbaar
- wereldtaal
- wereldorde
- wonderkind
- Wereldbank
- werelddeel
- wereldlijk
- wereldrijk
- wereldbeeld
- wereldtitel
- wereldmacht
- wereldkrijg
- onderwereld
- klankwereld
- wereldkaart
- bovenwereld
- wereldvrede
- wereldbrand
- wonderknaap
- zakenwereld
- wonderteken
- wereldoorlog
- wonderdokter
- buitenwereld
- wereldburger
- wereldnieuws
- wonderdoener
- wereldomroep
- wereldmuziek
- wereldhandel
- dierenwereld
- boevenwereld
- werelderfgoed
- wereldstekker
- misdaadwereld
- wereldeconomie
- wereldpolitiek
- wereldburgeres
- wereldkampioen
- wereldvoorraad
- wereldverzaker
- gedachtewereld
- wereldrevolutie
- wereldkampioene
- Werelddierendag
- wereldschokkend
- wereldbevolking
- wereldverbeteraar
- wereldheerschappij
- wereldkampioenschap
- wereldtentoonstelling