wasbeer
Dutch (Brabantic)
/ˈʋɑsˌbeːr/
noun
Definitions
- A raccoon, carnivore of the genus Procyon.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish wassen (wash, grow, launder, grown, increase) + Dutch, Flemish beer (bear, liquid waste, boar, a bear, liquid manure).
Origin
Dutch (Brabantic)
beer
Gloss
bear, liquid waste, boar, a bear, liquid manure
Concept
Semantic Field
Animals
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
熊
Emoji
🐨 🐻❄️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Beerenberg Dutch, Flemish
- aanwassen Dutch, Flemish
- afwassen Dutch, Flemish
- asbeer Dutch, Flemish
- autowasstraat Dutch, Flemish
- beer Dutch, Flemish
- beerkar Dutch, Flemish
- beerput Dutch, Flemish
- bere- Dutch, Flemish
- berenleider Dutch, Flemish
- berig Dutch, Flemish
- berin Dutch, Flemish
- brombeer Dutch, Flemish
- gewas Dutch, Flemish
- grottenbeer Dutch, Flemish
- holenbeer Dutch, Flemish
- ijsbeer Dutch, Flemish
- knuffelbeer Dutch, Flemish
- manbeer Dutch, Flemish
- neusbeer Dutch, Flemish
- ontwassen Dutch, Flemish
- poolbeer Dutch, Flemish
- rukbeer Dutch, Flemish
- schoonwassen Dutch, Flemish
- sneeuwbeer Dutch, Flemish
- steunbeer Dutch, Flemish
- volwassen Dutch, Flemish
- wasautomaat Dutch, Flemish
- wasbak Dutch, Flemish
- wasbenzine Dutch, Flemish
- wasdom Dutch, Flemish
- wasgelegenheid Dutch, Flemish
- wasgoed Dutch, Flemish
- washand Dutch, Flemish
- waskeuken Dutch, Flemish
- waskom Dutch, Flemish
- wasmachine Dutch, Flemish
- wasmiddel Dutch, Flemish
- waspoeder Dutch, Flemish
- wassen Dutch, Flemish
- wassenaar Dutch, Flemish
- wasser Dutch, Flemish
- wasserij Dutch, Flemish
- wasstraat Dutch, Flemish
- wastafel Dutch, Flemish
- weerbeer Dutch, Flemish
- witwassen Dutch, Flemish
- zakkenwasser Dutch, Flemish
- zeebeer Dutch, Flemish
- *berô Proto-Germanic
- bēre Middle Dutch
- wasschen Middle Dutch
- beer Afrikaans
- beer
- berin
- bere-
- berig
- gewas
- wasbak
- asbeer
- waskom
- wasser
- wassen
- wasdom
- beerput
- wasgoed
- ijsbeer
- zeebeer
- manbeer
- rukbeer
- beerkar
- washand
- wasserij
- neusbeer
- poolbeer
- weerbeer
- afwassen
- wastafel
- brombeer
- steunbeer
- wasmiddel
- witwassen
- waspoeder
- holenbeer
- aanwassen
- volwassen
- waskeuken
- ontwassen
- wasstraat
- wassenaar
- wasbenzine
- wasmachine
- sneeuwbeer
- Beerenberg
- wasautomaat
- grottenbeer
- berenleider
- knuffelbeer
- schoonwassen
- zakkenwasser
- autowasstraat
- wasgelegenheid