gewas
Dutch (Brabantic)
/ɣəˈʋɑs/
noun
Definitions
- crop
- plant, vegetation
Etymology
Inherited from Middle Dutch gewas pre from Dutch, Flemish wassen (wash, grow, launder, grown, increase).
Origin
Dutch (Brabantic)
wassen
Gloss
wash, grow, launder, grown, increase
Concept
Semantic Field
Basic actions and technology
Ontological Category
Action/Process
Kanji
殖
Emoji
🚿 🛁
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aanwassen Dutch, Flemish
- aarde Dutch, Flemish
- aardgewas Dutch, Flemish
- afwassen Dutch, Flemish
- autowasstraat Dutch, Flemish
- export Dutch, Flemish
- exportgewas Dutch, Flemish
- handel Dutch, Flemish
- handelsgewas Dutch, Flemish
- ontwassen Dutch, Flemish
- schoonwassen Dutch, Flemish
- struik Dutch, Flemish
- struikgewas Dutch, Flemish
- uitvoer Dutch, Flemish
- uitvoergewas Dutch, Flemish
- voedsel Dutch, Flemish
- voedselgewas Dutch, Flemish
- volwassen Dutch, Flemish
- wasautomaat Dutch, Flemish
- wasbak Dutch, Flemish
- wasbeer Dutch, Flemish
- wasbenzine Dutch, Flemish
- wasdom Dutch, Flemish
- wasgelegenheid Dutch, Flemish
- wasgoed Dutch, Flemish
- washand Dutch, Flemish
- waskeuken Dutch, Flemish
- waskom Dutch, Flemish
- wasmachine Dutch, Flemish
- wasmiddel Dutch, Flemish
- waspoeder Dutch, Flemish
- wassen Dutch, Flemish
- wassenaar Dutch, Flemish
- wasser Dutch, Flemish
- wasserij Dutch, Flemish
- wasstraat Dutch, Flemish
- wastafel Dutch, Flemish
- witwassen Dutch, Flemish
- zakkenwasser Dutch, Flemish
- gewas Middle Dutch
- wasschen Middle Dutch
- voedselgewas Afrikaans
- aarde
- wassen
- wasser
- wasbak
- handel
- export
- struik
- waskom
- wasdom
- wasgoed
- wasbeer
- washand
- uitvoer
- voedsel
- wasserij
- wastafel
- afwassen
- wasmiddel
- witwassen
- waskeuken
- waspoeder
- ontwassen
- aanwassen
- wasstraat
- volwassen
- wassenaar
- aardgewas
- wasbenzine
- wasmachine
- wasautomaat
- struikgewas
- exportgewas
- handelsgewas
- schoonwassen
- zakkenwasser
- voedselgewas
- uitvoergewas
- autowasstraat
- wasgelegenheid