toonsoort
Dutch (Brabantic)
/ˈtoːn.soːrt/
noun
Definitions
- (music) key
Etymology
Compound from Dutch, Flemish toon (tone, musical, from der) + Dutch, Flemish soort (species, type).
Origin
Dutch (Brabantic)
soort
Gloss
species, type
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Action/Process
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- begintoon Dutch, Flemish
- beltoon Dutch, Flemish
- bodemsoort Dutch, Flemish
- boventoon Dutch, Flemish
- diersoort Dutch, Flemish
- eentonig Dutch, Flemish
- gelijktonig Dutch, Flemish
- grondtoon Dutch, Flemish
- kiestoon Dutch, Flemish
- klemtoon Dutch, Flemish
- leemsoort Dutch, Flemish
- ondersoort Dutch, Flemish
- plantensoort Dutch, Flemish
- sleeptoon Dutch, Flemish
- soort Dutch, Flemish
- soorteigen Dutch, Flemish
- soortelijk Dutch, Flemish
- soortenrijkdom Dutch, Flemish
- soortgelijk Dutch, Flemish
- soortgenoot Dutch, Flemish
- soortnaam Dutch, Flemish
- sorteren Dutch, Flemish
- stoottoon Dutch, Flemish
- tonaal Dutch, Flemish
- toon Dutch, Flemish
- toonaard Dutch, Flemish
- toondichter Dutch, Flemish
- toondichteres Dutch, Flemish
- toongeslacht Dutch, Flemish
- toonkunst Dutch, Flemish
- toonkunstenaar Dutch, Flemish
- toonladder Dutch, Flemish
- toontaal Dutch, Flemish
- typesoort Dutch, Flemish
- wisseltonig Dutch, Flemish
- woordsoort Dutch, Flemish
- sorte Middle Dutch
- toon Middle Dutch
- têe Middle Dutch
- soort Afrikaans
- toon Afrikaans
- toon
- soort
- tonaal
- beltoon
- klemtoon
- toonaard
- toontaal
- sorteren
- eentonig
- kiestoon
- diersoort
- begintoon
- sleeptoon
- grondtoon
- leemsoort
- stoottoon
- boventoon
- typesoort
- toonkunst
- soortnaam
- toonladder
- soortelijk
- bodemsoort
- ondersoort
- woordsoort
- soorteigen
- soortgenoot
- gelijktonig
- wisseltonig
- toondichter
- soortgelijk
- plantensoort
- toongeslacht
- toondichteres
- toonkunstenaar
- soortenrijkdom