deurpost
Dutch (Brabantic)
/ˈdøːr.pɔst/
noun
Definitions
- doorpost
Etymology
Inherited from Middle Dutch doorpost compound from Dutch, Flemish deur (door) + Dutch, Flemish post (post, mail).
Origin
Dutch (Brabantic)
post
Gloss
post, mail
Concept
Semantic Field
The house
Ontological Category
Action/Process
Emoji
✉️ 🏣 🏤 📤️ 📥️ 📦️ 📩 📪️ 📫️ 📮 📯
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- achterdeur Dutch, Flemish
- balkondeur Dutch, Flemish
- boerendeur Dutch, Flemish
- buitendeur Dutch, Flemish
- cilinderdeur Dutch, Flemish
- deur Dutch, Flemish
- deurbel Dutch, Flemish
- deurduim Dutch, Flemish
- deurgreep Dutch, Flemish
- deurhamer Dutch, Flemish
- deurklink Dutch, Flemish
- deurklopper Dutch, Flemish
- deurknop Dutch, Flemish
- deurmat Dutch, Flemish
- deuropening Dutch, Flemish
- deurraam Dutch, Flemish
- deurstijl Dutch, Flemish
- doorlaatpost Dutch, Flemish
- draaideur Dutch, Flemish
- exprespost Dutch, Flemish
- fonopost Dutch, Flemish
- handelspost Dutch, Flemish
- huisdeur Dutch, Flemish
- kerkdeur Dutch, Flemish
- lastpost Dutch, Flemish
- luchtdrukdeur Dutch, Flemish
- luchtpost Dutch, Flemish
- observatiepost Dutch, Flemish
- post Dutch, Flemish
- postadres Dutch, Flemish
- postbezorger Dutch, Flemish
- postbode Dutch, Flemish
- postbus Dutch, Flemish
- postcode Dutch, Flemish
- postdienst Dutch, Flemish
- postduif Dutch, Flemish
- posten Dutch, Flemish
- posterij Dutch, Flemish
- posthoorn Dutch, Flemish
- postkaart Dutch, Flemish
- postkantoor Dutch, Flemish
- postkoets Dutch, Flemish
- postorder Dutch, Flemish
- poststuk Dutch, Flemish
- postzak Dutch, Flemish
- privé-post Dutch, Flemish
- privépost Dutch, Flemish
- tussendeur Dutch, Flemish
- uitkijkpost Dutch, Flemish
- vleugeldeur Dutch, Flemish
- voordeur Dutch, Flemish
- wachtpost Dutch, Flemish
- pos Indonesian
- doorpost Middle Dutch
- dōre Middle Dutch
- deur Afrikaans
- poste Middle French
- post
- deur
- posten
- postbus
- deurmat
- postzak
- deurbel
- postduif
- postbode
- deurraam
- fonopost
- voordeur
- deurknop
- poststuk
- huisdeur
- deurduim
- postcode
- lastpost
- posterij
- kerkdeur
- posthoorn
- postkaart
- deurgreep
- deurklink
- wachtpost
- luchtpost
- privépost
- postadres
- deurstijl
- deurhamer
- postkoets
- draaideur
- postorder
- tussendeur
- postdienst
- achterdeur
- boerendeur
- buitendeur
- balkondeur
- exprespost
- privé-post
- vleugeldeur
- handelspost
- deurklopper
- postkantoor
- uitkijkpost
- deuropening
- doorlaatpost
- cilinderdeur
- postbezorger
- luchtdrukdeur
- observatiepost