blauwgrauw
Dutch (Brabantic)
/blɑu̯ˈɣrɑu̯/
adj
Definitions
- blue-grey
Etymology
Compound from Dutch, Flemish blauw (blue) + Dutch, Flemish grauw (gray, grey).
Origin
Dutch (Brabantic)
grauw
Gloss
gray, grey
Concept
Semantic Field
Sense perception
Ontological Category
Property
Emoji
🐨
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- appelblauwzeegroen Dutch, Flemish
- asgrauw Dutch, Flemish
- azuurblauw Dutch, Flemish
- blauw Dutch, Flemish
- blauwachtig Dutch, Flemish
- blauwalg Dutch, Flemish
- blauwborst Dutch, Flemish
- blauwdruk Dutch, Flemish
- blauwgrijs Dutch, Flemish
- blauwgroen Dutch, Flemish
- blauwheid Dutch, Flemish
- blauwhelm Dutch, Flemish
- blauwhemd Dutch, Flemish
- blauwig Dutch, Flemish
- blauwogig Dutch, Flemish
- blauwschimmelkaas Dutch, Flemish
- blauwschuit Dutch, Flemish
- blauwverschuiving Dutch, Flemish
- blauwvleugelsprinkhaan Dutch, Flemish
- blauwzucht Dutch, Flemish
- grauw Dutch, Flemish
- grauwblauw Dutch, Flemish
- grauwheid Dutch, Flemish
- grauwtje Dutch, Flemish
- grauwvuur Dutch, Flemish
- grijsblauw Dutch, Flemish
- groenblauw Dutch, Flemish
- hemelblauw Dutch, Flemish
- hemelsblauw Dutch, Flemish
- marineblauw Dutch, Flemish
- staalblauw Dutch, Flemish
- violetblauw Dutch, Flemish
- blau Middle Dutch
- grau Middle Dutch
- blou Afrikaans
- blou Papiamentu
- blaw Sranan Tongo
- grauw
- blauw
- asgrauw
- blauwig
- grauwtje
- blauwalg
- blauwheid
- blauwhelm
- blauwogig
- grauwheid
- blauwhemd
- grauwvuur
- blauwdruk
- blauwgroen
- blauwzucht
- grijsblauw
- staalblauw
- blauwborst
- azuurblauw
- grauwblauw
- hemelblauw
- groenblauw
- blauwgrijs
- blauwschuit
- violetblauw
- hemelsblauw
- blauwachtig
- marineblauw
- blauwschimmelkaas
- blauwverschuiving
- appelblauwzeegroen
- blauwvleugelsprinkhaan