bewegingsapparaat
Dutch (Brabantic)
/bəˈʋeː.ɣɪŋs.ɑ.paːˌraːt/
noun
Definitions
- (chiefly singular) locomotor system
Etymology
Compound from Dutch, Flemish beweging (movement) + Dutch, Flemish apparaat (device, apparatus, machinery, machine).
Origin
Dutch (Brabantic)
apparaat
Gloss
device, apparatus, machinery, machine
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
機
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aanwijsapparaat Dutch, Flemish
- afscheidingsbeweging Dutch, Flemish
- antwoordapparaat Dutch, Flemish
- apparaat Dutch, Flemish
- apparatuur Dutch, Flemish
- bestuursapparaat Dutch, Flemish
- bewegen Dutch, Flemish
- beweging Dutch, Flemish
- bewegingsoorlog Dutch, Flemish
- burgerrechtenbeweging Dutch, Flemish
- flikkerbeweging Dutch, Flemish
- gehoorapparaat Dutch, Flemish
- invoerapparaat Dutch, Flemish
- koffiezetapparaat Dutch, Flemish
- lichaamsbeweging Dutch, Flemish
- nietapparaat Dutch, Flemish
- röntgenapparaat Dutch, Flemish
- scheerapparaat Dutch, Flemish
- schijnbeweging Dutch, Flemish
- tangbeweging Dutch, Flemish
- verzetsbeweging Dutch, Flemish
- aparat Indonesian
- beweging Afrikaans
- apparat Middle French
- bewegen
- apparaat
- beweging
- apparatuur
- nietapparaat
- tangbeweging
- invoerapparaat
- schijnbeweging
- gehoorapparaat
- scheerapparaat
- aanwijsapparaat
- röntgenapparaat
- verzetsbeweging
- flikkerbeweging
- bewegingsoorlog
- lichaamsbeweging
- antwoordapparaat
- bestuursapparaat
- koffiezetapparaat
- afscheidingsbeweging
- burgerrechtenbeweging