zieke
Dutch (Brabantic)
/ˈzi.kə/
adjective form
Etymology
Inherited from Middle Dutch sieke.
Origin
Middle Dutch
sieke
Gloss
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- -n- Dutch, Flemish
- auto Dutch, Flemish
- boeg Dutch, Flemish
- fonds Dutch, Flemish
- huis Dutch, Flemish
- wagen Dutch, Flemish
- zaal Dutch, Flemish
- ziekenauto Dutch, Flemish
- ziekenboeg Dutch, Flemish
- ziekenfonds Dutch, Flemish
- ziekenhuis Dutch, Flemish
- ziekenhuisafdeling Dutch, Flemish
- ziekenhuisbacterie Dutch, Flemish
- ziekenhuisopname Dutch, Flemish
- ziekenwagen Dutch, Flemish
- ziekenzaal Dutch, Flemish
- siechuus Middle Dutch
- sieke Middle Dutch
- siekeboeg Afrikaans
- siekehuis Afrikaans