lijkfeest
Dutch (Brabantic)
/ˈlɛi̯k.feːst/
noun
Definitions
- (historical) A ceremony at the occasion of a funeral, a funeral feast.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish lijk (corpse, -ly, dead body, body, -able, boltrope, -tially, lich, -tial) + Dutch, Flemish feest (party, feast, celebraton, celebration, festival).
Origin
Dutch (Brabantic)
feest
Gloss
party, feast, celebraton, celebration, festival
Concept
Semantic Field
Social and political relations
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
祭
Emoji
🎎 🥮
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Suikerfeest Dutch, Flemish
- begrijpelijk Dutch, Flemish
- beschermfeest Dutch, Flemish
- coronafeest Dutch, Flemish
- dansfeest Dutch, Flemish
- eeuwfeest Dutch, Flemish
- feest Dutch, Flemish
- feestbeest Dutch, Flemish
- feestbundel Dutch, Flemish
- feestdag Dutch, Flemish
- feestdos Dutch, Flemish
- feestelijk Dutch, Flemish
- feesten Dutch, Flemish
- feestganger Dutch, Flemish
- feestgedruis Dutch, Flemish
- feestschrift Dutch, Flemish
- feeststol Dutch, Flemish
- feestvarken Dutch, Flemish
- feestweek Dutch, Flemish
- feestzaal Dutch, Flemish
- huisfeest Dutch, Flemish
- kerstfeest Dutch, Flemish
- kinderfeest Dutch, Flemish
- lentefeest Dutch, Flemish
- lichaam Dutch, Flemish
- lijk Dutch, Flemish
- lijkbleek Dutch, Flemish
- lijkenhuis Dutch, Flemish
- lijkenpikker Dutch, Flemish
- lijkenveld Dutch, Flemish
- lijkenverbranding Dutch, Flemish
- lijkkleed Dutch, Flemish
- lijkopening Dutch, Flemish
- lijkrede Dutch, Flemish
- lijkroof Dutch, Flemish
- lijkschouwer Dutch, Flemish
- lijkschouwing Dutch, Flemish
- lijkstijfheid Dutch, Flemish
- lijkverbranding Dutch, Flemish
- lijkwade Dutch, Flemish
- lijkwit Dutch, Flemish
- neukfeest Dutch, Flemish
- onhebbelijk Dutch, Flemish
- paasfeest Dutch, Flemish
- schuimfeest Dutch, Flemish
- slaapfeest Dutch, Flemish
- veenlijk Dutch, Flemish
- verjaardagsfeest Dutch, Flemish
- volksfeest Dutch, Flemish
- vrijgezellenfeest Dutch, Flemish
- zuidwestelijk Dutch, Flemish
- *leyg- Proto-Indo-European
- fêeste Middle Dutch
- lyk Afrikaans
- *līk Old Dutch
- lijk
- feest
- feesten
- lichaam
- lijkwit
- lijkroof
- veenlijk
- feestdag
- lijkwade
- feestdos
- lijkrede
- huisfeest
- lijkbleek
- feestzaal
- feestweek
- lijkkleed
- neukfeest
- dansfeest
- eeuwfeest
- feeststol
- paasfeest
- lentefeest
- lijkenhuis
- slaapfeest
- kerstfeest
- lijkenveld
- feestelijk
- volksfeest
- feestbeest
- onhebbelijk
- feestganger
- coronafeest
- feestbundel
- lijkopening
- feestvarken
- kinderfeest
- Suikerfeest
- schuimfeest
- feestschrift
- feestgedruis
- lijkenpikker
- begrijpelijk
- lijkschouwer
- lijkstijfheid
- zuidwestelijk
- beschermfeest
- lijkschouwing
- lijkverbranding
- verjaardagsfeest
- lijkenverbranding
- vrijgezellenfeest