onderbaas
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- a generic term referring to a person that acts on behalf of their superior in the event of the said superior's absence, such as an acting manager of a firm; a deputy, a lieutenant
- an underboss
- base of a pillar
Etymology
Compound from Dutch, Flemish onder (under, below, sub-, lower, down, among) + Dutch, Flemish baas (boss, master).
Origin
Dutch (Brabantic)
baas
Gloss
boss, master
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
主
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- baas English
- boss English
- baas Dutch, Flemish
- baasspeler Dutch, Flemish
- bazig Dutch, Flemish
- bazin Dutch, Flemish
- bovenbaas Dutch, Flemish
- breinbaas Dutch, Flemish
- eindbaas Dutch, Flemish
- huisbaas Dutch, Flemish
- koppelbaas Dutch, Flemish
- onder Dutch, Flemish
- onderaanvoerder Dutch, Flemish
- onderaards Dutch, Flemish
- onderarm Dutch, Flemish
- onderbazin Dutch, Flemish
- onderbewust Dutch, Flemish
- onderbewustzijn Dutch, Flemish
- onderbrengen Dutch, Flemish
- onderbroek Dutch, Flemish
- onderbuik Dutch, Flemish
- onderbuur Dutch, Flemish
- onderdak Dutch, Flemish
- onderdompelen Dutch, Flemish
- onderdruk Dutch, Flemish
- onderduiken Dutch, Flemish
- ondereen Dutch, Flemish
- ondergang Dutch, Flemish
- ondergistend Dutch, Flemish
- ondergoed Dutch, Flemish
- ondergrens Dutch, Flemish
- ondergroei Dutch, Flemish
- ondergrond Dutch, Flemish
- ondergronds Dutch, Flemish
- onderheien Dutch, Flemish
- onderhevig Dutch, Flemish
- onderhuren Dutch, Flemish
- onderjurk Dutch, Flemish
- onderkaak Dutch, Flemish
- onderkin Dutch, Flemish
- onderklasse Dutch, Flemish
- onderkomen Dutch, Flemish
- onderkoning Dutch, Flemish
- onderlegger Dutch, Flemish
- onderliggend Dutch, Flemish
- onderlimiet Dutch, Flemish
- onderling Dutch, Flemish
- onderlip Dutch, Flemish
- onderlopen Dutch, Flemish
- ondermaans Dutch, Flemish
- onderonsje Dutch, Flemish
- onderpand Dutch, Flemish
- onderrok Dutch, Flemish
- ondersneeuwen Dutch, Flemish
- onderst Dutch, Flemish
- onderstaand Dutch, Flemish
- onderstel Dutch, Flemish
- onderstromen Dutch, Flemish
- onderstroom Dutch, Flemish
- onderstuiven Dutch, Flemish
- ondertussen Dutch, Flemish
- onderverdelen Dutch, Flemish
- onderverdeling Dutch, Flemish
- onderwaterzicht Dutch, Flemish
- onderwereld Dutch, Flemish
- onderwerp Dutch, Flemish
- onderzeeboot Dutch, Flemish
- onderzeedienst Dutch, Flemish
- onderzees Dutch, Flemish
- onderzeevloot Dutch, Flemish
- onderzeeër Dutch, Flemish
- onderzetter Dutch, Flemish
- onderzijde Dutch, Flemish
- ploegbaas Dutch, Flemish
- spullenbaas Dutch, Flemish
- vechtersbaas Dutch, Flemish
- baes Middle Dutch
- onder Middle Dutch
- baas Afrikaans
- onder Afrikaans
- baas
- bazin
- onder
- bazig
- onderst
- eindbaas
- onderdak
- onderkin
- onderlip
- onderarm
- onderrok
- ondereen
- huisbaas
- onderbuur
- bovenbaas
- onderbuik
- ondergoed
- onderstel
- ondergang
- onderpand
- onderwerp
- onderkaak
- onderling
- breinbaas
- ploegbaas
- onderdruk
- onderjurk
- onderzees
- onderhuren
- onderzeeër
- onderlopen
- onderbazin
- ondergroei
- onderheien
- onderbroek
- ondergrens
- onderaards
- onderzijde
- onderonsje
- onderkomen
- baasspeler
- ondergrond
- ondermaans
- koppelbaas
- onderhevig
- onderkoning
- onderwereld
- ondergronds
- onderstroom
- ondertussen
- onderklasse
- onderlimiet
- onderzetter
- onderlegger
- onderstaand
- onderbewust
- spullenbaas
- onderduiken
- onderstuiven
- onderbrengen
- vechtersbaas
- ondergistend
- onderliggend
- onderstromen
- onderzeeboot
- onderdompelen
- onderverdelen
- ondersneeuwen
- onderzeevloot
- onderzeedienst
- onderverdeling
- onderwaterzicht
- onderbewustzijn
- onderaanvoerder