onderarm
Dutch (Brabantic)
/ˈɔndərɑrm/
noun
Definitions
- forearm, lower half of the arm, from elbow to hand
Etymology
Compound from Dutch, Flemish onder (under, below, sub-, lower, down, among) + Dutch, Flemish arm (poor, arm).
Origin
Dutch (Brabantic)
arm
Gloss
poor, arm
Concept
Semantic Field
Possession
Ontological Category
Property
Kanji
腕
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- arm Dutch, Flemish
- armband Dutch, Flemish
- armbuigspier Dutch, Flemish
- armhuis Dutch, Flemish
- armleuning Dutch, Flemish
- armring Dutch, Flemish
- armsnoer Dutch, Flemish
- armstoel Dutch, Flemish
- armzalig Dutch, Flemish
- bovenarm Dutch, Flemish
- eenarmig Dutch, Flemish
- mineraalarm Dutch, Flemish
- muisarm Dutch, Flemish
- onder Dutch, Flemish
- onderaanvoerder Dutch, Flemish
- onderaards Dutch, Flemish
- onderbaas Dutch, Flemish
- onderbazin Dutch, Flemish
- onderbewust Dutch, Flemish
- onderbewustzijn Dutch, Flemish
- onderbrengen Dutch, Flemish
- onderbroek Dutch, Flemish
- onderbuik Dutch, Flemish
- onderbuur Dutch, Flemish
- onderdak Dutch, Flemish
- onderdompelen Dutch, Flemish
- onderdruk Dutch, Flemish
- onderduiken Dutch, Flemish
- ondereen Dutch, Flemish
- ondergang Dutch, Flemish
- ondergistend Dutch, Flemish
- ondergoed Dutch, Flemish
- ondergrens Dutch, Flemish
- ondergroei Dutch, Flemish
- ondergrond Dutch, Flemish
- ondergronds Dutch, Flemish
- onderheien Dutch, Flemish
- onderhevig Dutch, Flemish
- onderhoudsarm Dutch, Flemish
- onderhuren Dutch, Flemish
- onderjurk Dutch, Flemish
- onderkaak Dutch, Flemish
- onderkin Dutch, Flemish
- onderklasse Dutch, Flemish
- onderkomen Dutch, Flemish
- onderkoning Dutch, Flemish
- onderlegger Dutch, Flemish
- onderliggend Dutch, Flemish
- onderlimiet Dutch, Flemish
- onderling Dutch, Flemish
- onderlip Dutch, Flemish
- onderlopen Dutch, Flemish
- ondermaans Dutch, Flemish
- onderonsje Dutch, Flemish
- onderpand Dutch, Flemish
- onderrok Dutch, Flemish
- ondersneeuwen Dutch, Flemish
- onderst Dutch, Flemish
- onderstaand Dutch, Flemish
- onderstel Dutch, Flemish
- onderstromen Dutch, Flemish
- onderstroom Dutch, Flemish
- onderstuiven Dutch, Flemish
- ondertussen Dutch, Flemish
- onderverdelen Dutch, Flemish
- onderverdeling Dutch, Flemish
- onderwaterzicht Dutch, Flemish
- onderwereld Dutch, Flemish
- onderwerp Dutch, Flemish
- onderzeeboot Dutch, Flemish
- onderzeedienst Dutch, Flemish
- onderzees Dutch, Flemish
- onderzeevloot Dutch, Flemish
- onderzeeër Dutch, Flemish
- onderzetter Dutch, Flemish
- onderzijde Dutch, Flemish
- opperarm Dutch, Flemish
- robotarm Dutch, Flemish
- straatarm Dutch, Flemish
- vetarm Dutch, Flemish
- zijarm Dutch, Flemish
- zuurstofarm Dutch, Flemish
- arm Middle Dutch
- onder Middle Dutch
- arm Afrikaans
- onder Afrikaans
- arm
- onder
- zijarm
- vetarm
- armband
- onderst
- armring
- muisarm
- armhuis
- armzalig
- robotarm
- eenarmig
- onderdak
- onderkin
- bovenarm
- onderlip
- onderrok
- armsnoer
- opperarm
- ondereen
- armstoel
- onderbuur
- onderbuik
- ondergoed
- onderstel
- ondergang
- onderbaas
- onderpand
- onderwerp
- onderkaak
- onderling
- onderdruk
- straatarm
- onderjurk
- onderzees
- onderhuren
- armleuning
- onderzeeër
- onderlopen
- onderbazin
- ondergroei
- onderheien
- onderbroek
- ondergrens
- onderaards
- onderzijde
- onderonsje
- onderkomen
- ondergrond
- ondermaans
- onderhevig
- onderkoning
- onderwereld
- ondergronds
- onderstroom
- zuurstofarm
- ondertussen
- onderklasse
- onderlimiet
- onderzetter
- onderlegger
- onderstaand
- onderbewust
- mineraalarm
- onderduiken
- onderstuiven
- onderbrengen
- ondergistend
- onderliggend
- armbuigspier
- onderstromen
- onderzeeboot
- onderdompelen
- onderhoudsarm
- onderverdelen
- ondersneeuwen
- onderzeevloot
- onderzeedienst
- onderverdeling
- onderwaterzicht
- onderbewustzijn
- onderaanvoerder