lijkrede
Dutch (Brabantic)
/ˈlɛi̯kˌreː.də/
noun
Definitions
- eulogy, discourse or sermon said at a funeral
Etymology
Compound from Dutch, Flemish lijk (corpse, -ly, dead body, body, -able, boltrope, -tially, lich, -tial) + Dutch, Flemish rede (discourse, speech, reason, ratio).
Origin
Dutch (Brabantic)
rede
Gloss
discourse, speech, reason, ratio
Concept
Semantic Field
Speech and language
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
理
Emoji
🎤 💬 🗨️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- begrijpelijk Dutch, Flemish
- evenredig Dutch, Flemish
- lichaam Dutch, Flemish
- lijk Dutch, Flemish
- lijkbleek Dutch, Flemish
- lijkenhuis Dutch, Flemish
- lijkenpikker Dutch, Flemish
- lijkenveld Dutch, Flemish
- lijkenverbranding Dutch, Flemish
- lijkfeest Dutch, Flemish
- lijkkleed Dutch, Flemish
- lijkopening Dutch, Flemish
- lijkroof Dutch, Flemish
- lijkschouwer Dutch, Flemish
- lijkschouwing Dutch, Flemish
- lijkstijfheid Dutch, Flemish
- lijkverbranding Dutch, Flemish
- lijkwade Dutch, Flemish
- lijkwit Dutch, Flemish
- onhebbelijk Dutch, Flemish
- rede Dutch, Flemish
- redekunde Dutch, Flemish
- redelijk Dutch, Flemish
- redeloos Dutch, Flemish
- rederijker Dutch, Flemish
- smaadrede Dutch, Flemish
- twistrede Dutch, Flemish
- veenlijk Dutch, Flemish
- zuidwestelijk Dutch, Flemish
- *leyg- Proto-Indo-European
- rēde Middle Dutch
- lyk Afrikaans
- *līk Old Dutch
- lijk
- rede
- lichaam
- lijkwit
- veenlijk
- redelijk
- redeloos
- lijkwade
- lijkroof
- lijkfeest
- redekunde
- lijkkleed
- lijkbleek
- evenredig
- twistrede
- smaadrede
- rederijker
- lijkenveld
- lijkenhuis
- lijkopening
- onhebbelijk
- begrijpelijk
- lijkschouwer
- lijkenpikker
- lijkstijfheid
- zuidwestelijk
- lijkschouwing
- lijkverbranding
- lijkenverbranding