lamsvlees
Dutch (Brabantic)
/ˈlɑms.fleːs/
noun
Definitions
- lamb meat
Etymology
Inherited from Middle Dutch lamsvleesch affix from Dutch, Flemish lam (lame) + Dutch, Flemish vlees (meat, flesh).
Origin
Dutch (Brabantic)
vlees
Gloss
meat, flesh
Concept
Semantic Field
Food and drink
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
肉
Emoji
🍖 🐖 🐷 🥓
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- alvlees Dutch, Flemish
- kalfsvlees Dutch, Flemish
- kanonnenvlees Dutch, Flemish
- kippenvlees Dutch, Flemish
- lam Dutch, Flemish
- lamlendig Dutch, Flemish
- lamzak Dutch, Flemish
- nepvlees Dutch, Flemish
- pekelvlees Dutch, Flemish
- rundvlees Dutch, Flemish
- schapenvlees Dutch, Flemish
- schapevlees Dutch, Flemish
- schapievlees Dutch, Flemish
- stoofvlees Dutch, Flemish
- tandvlees Dutch, Flemish
- varkensvlees Dutch, Flemish
- vegavlees Dutch, Flemish
- vlees Dutch, Flemish
- vleesboom Dutch, Flemish
- vleeshamer Dutch, Flemish
- vleeshouwer Dutch, Flemish
- vleeslul Dutch, Flemish
- vleesnat Dutch, Flemish
- vleesschaap Dutch, Flemish
- vleesvervanger Dutch, Flemish
- vleesverwerking Dutch, Flemish
- vleeswaar Dutch, Flemish
- vleselijk Dutch, Flemish
- vleugellam Dutch, Flemish
- vlezig Dutch, Flemish
- vruchtvlees Dutch, Flemish
- woekervlees Dutch, Flemish
- zitvlees Dutch, Flemish
- zooglam Dutch, Flemish
- lam Middle Dutch
- lamsvleesch Middle Dutch
- vlêesch Middle Dutch
- lam Afrikaans
- lam
- vlees
- vlezig
- lamzak
- zooglam
- alvlees
- vleeslul
- zitvlees
- vleesnat
- nepvlees
- tandvlees
- vleeswaar
- vegavlees
- lamlendig
- rundvlees
- vleselijk
- vleesboom
- vleeshamer
- stoofvlees
- vleugellam
- kalfsvlees
- pekelvlees
- woekervlees
- vleeshouwer
- vleesschaap
- schapevlees
- kippenvlees
- vruchtvlees
- schapievlees
- schapenvlees
- varkensvlees
- kanonnenvlees
- vleesvervanger
- vleesverwerking