kunstvorm
Dutch (Brabantic)
/ˈkʏnst.fɔrm/
noun
Definitions
- form of art, art form
- (language) artificial form
Etymology
Compound from Dutch, Flemish kunst (art, artificial, skill, mastery) + Dutch, Flemish vorm (form, shape).
Origin
Dutch (Brabantic)
vorm
Gloss
form, shape
Concept
Semantic Field
Sense perception
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
体
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- T-vormig Dutch, Flemish
- aalvormig Dutch, Flemish
- aanspreekvorm Dutch, Flemish
- bakvorm Dutch, Flemish
- beeldhouwkunst Dutch, Flemish
- bestuursvorm Dutch, Flemish
- boekdrukkunst Dutch, Flemish
- bolvormig Dutch, Flemish
- cijferkunst Dutch, Flemish
- dichtkunst Dutch, Flemish
- duurvorm Dutch, Flemish
- eenvormig Dutch, Flemish
- eivorm Dutch, Flemish
- eivormig Dutch, Flemish
- gekunsteld Dutch, Flemish
- gietvorm Dutch, Flemish
- kleinkunst Dutch, Flemish
- knipkunst Dutch, Flemish
- kookkunst Dutch, Flemish
- koosvorm Dutch, Flemish
- kunnen Dutch, Flemish
- kunst Dutch, Flemish
- kunsthal Dutch, Flemish
- kunsthandel Dutch, Flemish
- kunsthandelaar Dutch, Flemish
- kunsthistorie Dutch, Flemish
- kunstig Dutch, Flemish
- kunstijs Dutch, Flemish
- kunstmatig Dutch, Flemish
- kunstmens Dutch, Flemish
- kunstmuseum Dutch, Flemish
- kunstpaus Dutch, Flemish
- kunstschaats Dutch, Flemish
- kunstschat Dutch, Flemish
- kunstschilder Dutch, Flemish
- kunstschilderes Dutch, Flemish
- kunststroming Dutch, Flemish
- kunstvliegen Dutch, Flemish
- kunstwerk Dutch, Flemish
- kunstzinnig Dutch, Flemish
- levensvorm Dutch, Flemish
- pasvorm Dutch, Flemish
- persoonsvorm Dutch, Flemish
- rijkunst Dutch, Flemish
- roofkunst Dutch, Flemish
- schilderkunst Dutch, Flemish
- schrijfkunst Dutch, Flemish
- smeltkunst Dutch, Flemish
- spraakkunst Dutch, Flemish
- stamvorm Dutch, Flemish
- tekenkunst Dutch, Flemish
- toonkunst Dutch, Flemish
- vorm Dutch, Flemish
- vormeloos Dutch, Flemish
- vormen Dutch, Flemish
- vormenleer Dutch, Flemish
- vormleer Dutch, Flemish
- vormloos Dutch, Flemish
- cunst Middle Dutch
- vorme Middle Dutch
- kuns Afrikaans
- vorm Afrikaans
- vorm
- kunst
- eivorm
- vormen
- kunnen
- bakvorm
- pasvorm
- kunstig
- rijkunst
- duurvorm
- kunstijs
- vormloos
- gietvorm
- vormleer
- T-vormig
- kunsthal
- koosvorm
- eivormig
- stamvorm
- eenvormig
- kunstmens
- roofkunst
- kunstpaus
- kookkunst
- knipkunst
- bolvormig
- toonkunst
- vormeloos
- kunstwerk
- aalvormig
- dichtkunst
- kunstschat
- tekenkunst
- kunstmatig
- smeltkunst
- vormenleer
- gekunsteld
- levensvorm
- kleinkunst
- kunstzinnig
- kunstmuseum
- spraakkunst
- cijferkunst
- kunsthandel
- kunstschaats
- kunstvliegen
- persoonsvorm
- bestuursvorm
- schrijfkunst
- boekdrukkunst
- aanspreekvorm
- kunsthistorie
- kunstschilder
- schilderkunst
- kunststroming
- beeldhouwkunst
- kunsthandelaar
- kunstschilderes