kroonlijst
Dutch (Brabantic)
/ˈkroːn.lɛi̯st/
noun
Definitions
- cornice
Etymology
Compound from Dutch, Flemish kroon (crown) + Dutch, Flemish lijst (list).
Origin
Dutch (Brabantic)
lijst
Gloss
list
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- lista Italian
- Noorderkroon Dutch, Flemish
- Zuiderkroon Dutch, Flemish
- aandachtspuntenlijst Dutch, Flemish
- afspeellijst Dutch, Flemish
- bangalijst Dutch, Flemish
- beugelkroon Dutch, Flemish
- doornenkroon Dutch, Flemish
- hitlijst Dutch, Flemish
- keizerskroon Dutch, Flemish
- kronen Dutch, Flemish
- kroon Dutch, Flemish
- kroonblad Dutch, Flemish
- kroondomein Dutch, Flemish
- kroongetuige Dutch, Flemish
- kroonjuweel Dutch, Flemish
- kroonkraan Dutch, Flemish
- kroonluchter Dutch, Flemish
- kroonprins Dutch, Flemish
- kroonprinses Dutch, Flemish
- kroonveldheer Dutch, Flemish
- lichtkroon Dutch, Flemish
- lijst Dutch, Flemish
- lijsttrekker Dutch, Flemish
- lijstverbinding Dutch, Flemish
- loonlijst Dutch, Flemish
- ranglijst Dutch, Flemish
- schatlijst Dutch, Flemish
- sneeuwkroon Dutch, Flemish
- verlanglijst Dutch, Flemish
- vragenlijst Dutch, Flemish
- wachtlijst Dutch, Flemish
- woordenlijst Dutch, Flemish
- keron Indonesian
- kerun Indonesian
- lis Indonesian
- crône Middle Dutch
- kroon Afrikaans
- lys Afrikaans
- kroon
- lijst
- kronen
- hitlijst
- loonlijst
- kroonblad
- ranglijst
- kroonkraan
- lichtkroon
- bangalijst
- wachtlijst
- kroonprins
- schatlijst
- kroondomein
- sneeuwkroon
- beugelkroon
- kroonjuweel
- vragenlijst
- Zuiderkroon
- verlanglijst
- Noorderkroon
- kroonluchter
- lijsttrekker
- kroonprinses
- kroongetuige
- afspeellijst
- keizerskroon
- woordenlijst
- doornenkroon
- kroonveldheer
- lijstverbinding
- aandachtspuntenlijst