zorgwekkend
Dutch (Brabantic)
/ˌzɔrxˈʋɛ.kənt/
adj
Definitions
- alarming, worrying
Etymology
Compound from Dutch, Flemish zorg (care, worry, concern, healthcare, a care) + Dutch, Flemish wekkend (arousing, inducing, raising, rousing, causing to arise).
Origin
Dutch (Brabantic)
wekkend
Gloss
arousing, inducing, raising, rousing, causing to arise
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- afschrikwekkend Dutch, Flemish
- angstwekkend Dutch, Flemish
- belangwekkend Dutch, Flemish
- broedzorg Dutch, Flemish
- deerniswekkend Dutch, Flemish
- duizelingwekkend Dutch, Flemish
- geldzorg Dutch, Flemish
- gezondheidszorg Dutch, Flemish
- indrukwekkend Dutch, Flemish
- kinderzorg Dutch, Flemish
- kraamzorg Dutch, Flemish
- mantelzorg Dutch, Flemish
- meelijwekkend Dutch, Flemish
- nazorg Dutch, Flemish
- ouderenzorg Dutch, Flemish
- patiëntenzorg Dutch, Flemish
- pleegzorg Dutch, Flemish
- verbazingwekkend Dutch, Flemish
- voorzorg Dutch, Flemish
- weerzinwekkend Dutch, Flemish
- wekkend Dutch, Flemish
- zorg Dutch, Flemish
- zorgboerderij Dutch, Flemish
- zorgeloos Dutch, Flemish
- zorgen Dutch, Flemish
- zorgenkind Dutch, Flemish
- zorgmijder Dutch, Flemish
- zorgpremie Dutch, Flemish
- zorgverlener Dutch, Flemish
- zorgverzekeraar Dutch, Flemish
- zorgverzekering Dutch, Flemish
- zorgvuldig Dutch, Flemish
- zorgzaam Dutch, Flemish
- sorge Middle Dutch
- sorg Afrikaans
- zorg
- nazorg
- zorgen
- wekkend
- geldzorg
- zorgzaam
- voorzorg
- kraamzorg
- broedzorg
- pleegzorg
- zorgeloos
- zorgmijder
- zorgpremie
- mantelzorg
- kinderzorg
- zorgenkind
- zorgvuldig
- ouderenzorg
- zorgverlener
- angstwekkend
- patiëntenzorg
- meelijwekkend
- belangwekkend
- indrukwekkend
- zorgboerderij
- weerzinwekkend
- deerniswekkend
- afschrikwekkend
- zorgverzekering
- zorgverzekeraar
- gezondheidszorg
- verbazingwekkend
- duizelingwekkend