weekblad
Dutch (Brabantic)
/ˈʋeːk.blɑt/
noun
Definitions
- weekly (publication that is published once a week)
Etymology
Compound from Dutch, Flemish week (week, soft, weak) + Dutch, Flemish blad (leaf, magazine, periodical, sheet, publication, flat surface, petal, sepal, blade, page).
Origin
Dutch (Brabantic)
blad
Gloss
leaf, magazine, periodical, sheet, publication, flat surface, petal, sepal, blade, page
Concept
Semantic Field
Spatial relations
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
葉
Emoji
🌿 🍀 🍁 🍂 🍃
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- blad Dutch, Flemish
- bladcactus Dutch, Flemish
- bladerdak Dutch, Flemish
- bladerdeeg Dutch, Flemish
- bladeren Dutch, Flemish
- bladerloos Dutch, Flemish
- bladgoud Dutch, Flemish
- bladgroen Dutch, Flemish
- bladgroente Dutch, Flemish
- bladloos Dutch, Flemish
- bladmuziek Dutch, Flemish
- bladschede Dutch, Flemish
- bladtin Dutch, Flemish
- bladvormig Dutch, Flemish
- bladwesp Dutch, Flemish
- bladwijzer Dutch, Flemish
- bladzij Dutch, Flemish
- bladzijde Dutch, Flemish
- bladzilver Dutch, Flemish
- bloemblad Dutch, Flemish
- boomblad Dutch, Flemish
- boulevardblad Dutch, Flemish
- bureaublad Dutch, Flemish
- dagblad Dutch, Flemish
- damesblad Dutch, Flemish
- dikbladig Dutch, Flemish
- doordeweek Dutch, Flemish
- feestweek Dutch, Flemish
- fluweelblad Dutch, Flemish
- kelkblad Dutch, Flemish
- klaverblad Dutch, Flemish
- kroonblad Dutch, Flemish
- laurierblad Dutch, Flemish
- lauwerblad Dutch, Flemish
- luchtpostblad Dutch, Flemish
- maandblad Dutch, Flemish
- paasweek Dutch, Flemish
- programmablad Dutch, Flemish
- roddelblad Dutch, Flemish
- schouderblad Dutch, Flemish
- sensatieblad Dutch, Flemish
- strafblad Dutch, Flemish
- tabblad Dutch, Flemish
- tafelblad Dutch, Flemish
- theeblad Dutch, Flemish
- week Dutch, Flemish
- weekeind Dutch, Flemish
- weekeinde Dutch, Flemish
- weeksluiting Dutch, Flemish
- wekelijk Dutch, Flemish
- wekelijks Dutch, Flemish
- wekenlang Dutch, Flemish
- zaagblad Dutch, Flemish
- blat Middle Dutch
- weke Middle Dutch
- wēke Middle Dutch
- blad Afrikaans
- week Afrikaans
- blad
- week
- bladtin
- dagblad
- tabblad
- bladzij
- boomblad
- bladloos
- theeblad
- bladeren
- bladgoud
- bladwesp
- weekeind
- zaagblad
- paasweek
- wekelijk
- kelkblad
- strafblad
- kroonblad
- wekenlang
- bloemblad
- feestweek
- dikbladig
- tafelblad
- bladerdak
- weekeinde
- bladgroen
- maandblad
- damesblad
- bladzijde
- wekelijks
- roddelblad
- bladerdeeg
- klaverblad
- bladmuziek
- bladerloos
- bladvormig
- bladwijzer
- bureaublad
- lauwerblad
- bladzilver
- bladcactus
- doordeweek
- bladschede
- bladgroente
- fluweelblad
- laurierblad
- schouderblad
- weeksluiting
- sensatieblad
- luchtpostblad
- boulevardblad
- programmablad