identiteitsbewijs
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- (generally) proof of identity, identification document
- (more specifically) passport or ID card
Etymology
Affix from Dutch, Flemish identiteit (identity) + Dutch, Flemish bewijs (proof, license).
Origin
Dutch (Brabantic)
bewijs
Gloss
proof, license
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aandeelbewijs Dutch, Flemish
- betaalbewijs Dutch, Flemish
- bewijs Dutch, Flemish
- bewijsgrond Dutch, Flemish
- bewijslast Dutch, Flemish
- bewijsmateriaal Dutch, Flemish
- bewijsvoering Dutch, Flemish
- geboortebewijs Dutch, Flemish
- geslachtsidentiteit Dutch, Flemish
- godsbewijs Dutch, Flemish
- identiteit Dutch, Flemish
- identiteitscrisis Dutch, Flemish
- identiteitsfraude Dutch, Flemish
- identiteitskaart Dutch, Flemish
- identiteitsmatrix Dutch, Flemish
- identiteitspolitiek Dutch, Flemish
- ontvangstbewijs Dutch, Flemish
- rijbewijs Dutch, Flemish
- schuldbewijs Dutch, Flemish
- bewijs Middle Dutch
- identité Middle French