hulpvloot
Dutch (Brabantic)
/ˈɦʏlp.floːt/
noun
Definitions
- An auxiliary fleet or relief fleet.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish hulp (help, aid, aide, auxiliary) + Dutch, Flemish vloot (fleet).
Origin
Dutch (Brabantic)
vloot
Gloss
fleet
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- burenhulp Dutch, Flemish
- handelsvloot Dutch, Flemish
- huishoudhulp Dutch, Flemish
- hulp Dutch, Flemish
- hulpbisschop Dutch, Flemish
- hulpbron Dutch, Flemish
- hulpdienst Dutch, Flemish
- hulpeloos Dutch, Flemish
- hulphond Dutch, Flemish
- hulphypothese Dutch, Flemish
- hulpmiddel Dutch, Flemish
- hulpprogramma Dutch, Flemish
- hulpsinterklaas Dutch, Flemish
- hulptaal Dutch, Flemish
- hulptelwoord Dutch, Flemish
- hulpvaardig Dutch, Flemish
- hulpverlener Dutch, Flemish
- hulpwerkwoord Dutch, Flemish
- onderzeebootvloot Dutch, Flemish
- onderzeevloot Dutch, Flemish
- oppervlaktevloot Dutch, Flemish
- vloot Dutch, Flemish
- vlootbouw Dutch, Flemish
- vlooteskader Dutch, Flemish
- vlootvoogd Dutch, Flemish
- zaalhulp Dutch, Flemish
- zilvervloot Dutch, Flemish
- флот Russian
- hulpe Middle Dutch
- vlote Middle Dutch
- vloot Afrikaans
- flot Crimean Tatar
- hulp
- vloot
- hulphond
- hulptaal
- zaalhulp
- hulpbron
- burenhulp
- hulpeloos
- vlootbouw
- hulpmiddel
- vlootvoogd
- hulpdienst
- hulpvaardig
- zilvervloot
- hulptelwoord
- handelsvloot
- hulpbisschop
- hulpverlener
- vlooteskader
- huishoudhulp
- hulpprogramma
- hulphypothese
- onderzeevloot
- hulpwerkwoord
- hulpsinterklaas
- oppervlaktevloot
- onderzeebootvloot