broedmachine
Dutch (Brabantic)
/ˈbrut.maːˌʃi.nə/
noun
Definitions
- An incubator, especially for eggs.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish broeden (incubate, spawn, hatch) + Dutch, Flemish machine (machine, engine).
Origin
Dutch (Brabantic)
machine
Gloss
machine, engine
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
機
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- afwasmachine Dutch, Flemish
- baggermachine Dutch, Flemish
- bebroeden Dutch, Flemish
- boormachine Dutch, Flemish
- broeden Dutch, Flemish
- broedpaar Dutch, Flemish
- broedplaats Dutch, Flemish
- broedseizoen Dutch, Flemish
- broedsel Dutch, Flemish
- broedzorg Dutch, Flemish
- centrifugaalmachine Dutch, Flemish
- gebroed Dutch, Flemish
- machine Dutch, Flemish
- machinegeweer Dutch, Flemish
- nietjesmachine Dutch, Flemish
- nietmachine Dutch, Flemish
- oorlogsmachine Dutch, Flemish
- rekenmachine Dutch, Flemish
- roeimachine Dutch, Flemish
- schrijfmachine Dutch, Flemish
- stoommachine Dutch, Flemish
- typmachine Dutch, Flemish
- uitbroeden Dutch, Flemish
- vlindermachine Dutch, Flemish
- wasmachine Dutch, Flemish
- zoekmachine Dutch, Flemish
- machine French
- mesin Indonesian
- broeden Middle Dutch
- broeden
- gebroed
- machine
- broedsel
- bebroeden
- broedzorg
- broedpaar
- wasmachine
- typmachine
- uitbroeden
- zoekmachine
- roeimachine
- boormachine
- broedplaats
- nietmachine
- broedseizoen
- stoommachine
- afwasmachine
- rekenmachine
- machinegeweer
- baggermachine
- nietjesmachine
- vlindermachine
- oorlogsmachine
- schrijfmachine
- centrifugaalmachine