zoutwatermeer
Dutch (Brabantic)
/zɑu̯tˈʋaː.tərˌmeːr/
noun
Definitions
- saltwater lake
Etymology
Compound from Dutch, Flemish zout water (salt water) + Dutch, Flemish meer (lake, more, boundary, a limit).
Origin
Dutch (Brabantic)
meer
Gloss
lake, more, boundary, a limit
Concept
Semantic Field
The physical world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
境
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Aalsmeer Dutch, Flemish
- Bijlmermeer Dutch, Flemish
- IJsselmeer Dutch, Flemish
- hoefijzermeer Dutch, Flemish
- immer Dutch, Flemish
- kratermeer Dutch, Flemish
- meer Dutch, Flemish
- meergodendom Dutch, Flemish
- meerjarig Dutch, Flemish
- meerkat Dutch, Flemish
- meerkeuzetoets Dutch, Flemish
- meerkeuzevraag Dutch, Flemish
- meerkoet Dutch, Flemish
- meerlagig Dutch, Flemish
- meerlettergrepig Dutch, Flemish
- meerman Dutch, Flemish
- meermin Dutch, Flemish
- meerpolder Dutch, Flemish
- meertalig Dutch, Flemish
- meertrapsraket Dutch, Flemish
- meerval Dutch, Flemish
- meervoud Dutch, Flemish
- meerwaarde Dutch, Flemish
- meerzinnig Dutch, Flemish
- merendeel Dutch, Flemish
- strandmeer Dutch, Flemish
- stuwmeer Dutch, Flemish
- zoetwatermeer Dutch, Flemish
- zout water Dutch, Flemish
- zoutwatervis Dutch, Flemish
- sekolah lanjutan Indonesian
- mēre Middle Dutch
- meer Afrikaans
- meer
- immer
- meermin
- meerman
- meerval
- meerkat
- meervoud
- Aalsmeer
- meerkoet
- stuwmeer
- meerlagig
- meertalig
- merendeel
- meerjarig
- meerpolder
- zout water
- kratermeer
- strandmeer
- meerwaarde
- IJsselmeer
- meerzinnig
- Bijlmermeer
- zoutwatervis
- meergodendom
- zoetwatermeer
- hoefijzermeer
- meerkeuzevraag
- meertrapsraket
- meerkeuzetoets
- meerlettergrepig