verwachtingswaarde
Dutch (Brabantic)
/vərˈʋɑx.tɪŋsˌʋaːr.də/
noun
Definitions
- (statistics) expected value
Etymology
Compound from Dutch, Flemish verwachting (forecast, expectation) + Dutch, Flemish waarde (value, worth).
Origin
Dutch (Brabantic)
waarde
Gloss
value, worth
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- eigenwaarde Dutch, Flemish
- marktwaarde Dutch, Flemish
- meerwaarde Dutch, Flemish
- naamwaarde Dutch, Flemish
- straatwaarde Dutch, Flemish
- toekomstverwachting Dutch, Flemish
- toonwaarde Dutch, Flemish
- verwachten Dutch, Flemish
- verwachting Dutch, Flemish
- voedingswaarde Dutch, Flemish
- waarde Dutch, Flemish
- waardeloos Dutch, Flemish
- waarderationaliteit Dutch, Flemish
- waarderationeel Dutch, Flemish
- waarderen Dutch, Flemish
- waardevol Dutch, Flemish
- waardig Dutch, Flemish
- weersverwachting Dutch, Flemish
- *wert- Proto-Indo-European