eendengroen
Dutch (Brabantic)
/ˈeːn.də(n)ˌɣrun/
noun
Definitions
- duckweed
Etymology
Compound from Dutch, Flemish eend (duck) + Dutch, Flemish groen (green, leaves, foliage).
Origin
Dutch (Brabantic)
groen
Gloss
green, leaves, foliage
Concept
Semantic Field
Sense perception
Ontological Category
Property
Kanji
緑
Emoji
☘️ 🌱 🌲 🌳 🌿 🍀 🍏 🍐 🏡 🐸 💚 📗 🚥 🚦 🤢 🥗 🥝
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Groenland Dutch, Flemish
- appelblauwzeegroen Dutch, Flemish
- appelgroen Dutch, Flemish
- badeend Dutch, Flemish
- bergeend Dutch, Flemish
- bladgroen Dutch, Flemish
- blauwgroen Dutch, Flemish
- eend Dutch, Flemish
- eendenkuiken Dutch, Flemish
- eendenmol Dutch, Flemish
- eendenmossel Dutch, Flemish
- eendvliegtuig Dutch, Flemish
- eidereend Dutch, Flemish
- etgroen Dutch, Flemish
- groen Dutch, Flemish
- groenachtig Dutch, Flemish
- groenblauw Dutch, Flemish
- groenblijvend Dutch, Flemish
- groenig Dutch, Flemish
- groente Dutch, Flemish
- groenwier Dutch, Flemish
- krakeend Dutch, Flemish
- kuifeend Dutch, Flemish
- lokeend Dutch, Flemish
- mannetjeseend Dutch, Flemish
- muskuseend Dutch, Flemish
- olijfgroen Dutch, Flemish
- pekingeend Dutch, Flemish
- tafeleend Dutch, Flemish
- veldgroen Dutch, Flemish
- zee-eend Dutch, Flemish
- ent Middle Dutch
- groene Middle Dutch
- eend Afrikaans
- groen Afrikaans
- grun Sranan Tongo
- eend
- groen
- etgroen
- groenig
- lokeend
- badeend
- groente
- krakeend
- zee-eend
- bergeend
- kuifeend
- Groenland
- bladgroen
- eendenmol
- groenwier
- veldgroen
- tafeleend
- eidereend
- blauwgroen
- appelgroen
- muskuseend
- groenblauw
- pekingeend
- olijfgroen
- groenachtig
- eendenkuiken
- eendenmossel
- groenblijvend
- mannetjeseend
- eendvliegtuig
- appelblauwzeegroen