bijbelwetenschap
Dutch (Brabantic)
/ˈbɛi̯.bəlˌʋeː.tən.sxɑp/
noun
Etymology
Compound from Dutch, Flemish Bijbel (Bible) + Dutch, Flemish wetenschap (science, study).
Origin
Dutch (Brabantic)
wetenschap
Gloss
science, study
Concept
Semantic Field
Cognition
Ontological Category
Action/Process
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Biblia Latin
- Bijbel Dutch, Flemish
- Bijbels Dutch, Flemish
- Bijbelvast Dutch, Flemish
- bijbelhaak Dutch, Flemish
- bètawetenschap Dutch, Flemish
- geesteswetenschap Dutch, Flemish
- moraalwetenschap Dutch, Flemish
- natuurwetenschap Dutch, Flemish
- pseudowetenschap Dutch, Flemish
- rechtswetenschap Dutch, Flemish
- taalwetenschap Dutch, Flemish
- vertaalwetenschap Dutch, Flemish
- weten Dutch, Flemish
- wetenschap Dutch, Flemish
- wetenschappelijk Dutch, Flemish
- wetenschapper Dutch, Flemish
- wetenschapsfilosofie Dutch, Flemish
- wetenschapsfilosofisch Dutch, Flemish
- wetenschapsfilosoof Dutch, Flemish
- wetenschapsgeschiedenis Dutch, Flemish
- wetenschapstaal Dutch, Flemish
- Bibel Indonesian
- bibele Middle Dutch
- wetenskap Afrikaans
- weten
- Bijbel
- Bijbels
- Bijbelvast
- wetenschap
- bijbelhaak
- wetenschapper
- taalwetenschap
- bètawetenschap
- wetenschapstaal
- pseudowetenschap
- rechtswetenschap
- moraalwetenschap
- wetenschappelijk
- natuurwetenschap
- vertaalwetenschap
- geesteswetenschap
- wetenschapsfilosoof
- wetenschapsfilosofie
- wetenschapsfilosofisch
- wetenschapsgeschiedenis