aanvalsvlag
Dutch (Brabantic)
/ˈaːn.vɑlsˌflɑx/
noun
Definitions
- (historical) attack flag red flag signifying that one is attacking
Etymology
Compound from Dutch, Flemish aanval (attack, something appealing, an attack, assault) + Dutch, Flemish vlag (flag).
Origin
Dutch (Brabantic)
vlag
Gloss
flag
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
⛳️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Prince's Flag English
- flag English
- aan Dutch, Flemish
- aanval Dutch, Flemish
- aanvallig Dutch, Flemish
- aanvalskracht Dutch, Flemish
- aanvalsplan Dutch, Flemish
- bloedvlag Dutch, Flemish
- cyberaanval Dutch, Flemish
- doodshoofdvlag Dutch, Flemish
- doodskopvlag Dutch, Flemish
- dooiaanval Dutch, Flemish
- gifgasaanval Dutch, Flemish
- hartaanval Dutch, Flemish
- infanterieaanval Dutch, Flemish
- luchtaanval Dutch, Flemish
- niet-aanvalsverdrag Dutch, Flemish
- paniekaanval Dutch, Flemish
- prinsenvlag Dutch, Flemish
- raketaanval Dutch, Flemish
- tegenaanval Dutch, Flemish
- val Dutch, Flemish
- vlag Dutch, Flemish
- vlaggendoek Dutch, Flemish
- vlaggenlijn Dutch, Flemish
- vlaggenmast Dutch, Flemish
- vlaggenroof Dutch, Flemish
- vlaggenschip Dutch, Flemish
- vlaggenstok Dutch, Flemish
- флаг Russian
- *flaką Proto-Germanic
- anfal Indonesian
- aenval Middle Dutch
- vlag Afrikaans
- val
- aan
- vlag
- aanval
- bloedvlag
- aanvallig
- dooiaanval
- hartaanval
- aanvalsplan
- tegenaanval
- cyberaanval
- vlaggendoek
- luchtaanval
- vlaggenlijn
- prinsenvlag
- vlaggenmast
- vlaggenroof
- raketaanval
- vlaggenstok
- paniekaanval
- doodskopvlag
- gifgasaanval
- vlaggenschip
- aanvalskracht
- doodshoofdvlag
- infanterieaanval
- niet-aanvalsverdrag