voorgereg

Afrikaans

/ˈfoːr.χəˌrɛχ/

noun

Definitions

starter, first course

Etymology

Inherited from Dutch, Flemish voorgerecht com from Afrikaans voor (before, fore) + Afrikaans gereg.

Origin

Afrikaans

gereg

Gloss

Timeline

Distribution of cognates by language

Geogrpahic distribution of cognates

Cognates and derived terms

gerecht Dutch, Flemish
voor Dutch, Flemish
voorgerecht Dutch, Flemish
gereg Afrikaans
nagereg Afrikaans
voor Afrikaans
voorbok Afrikaans
voordeur Afrikaans
voorvader Afrikaans