goedkeuring
Afrikaans
/ˈχutˌkɪø.rɪŋ/
noun
Definitions
- approval
Etymology
Inherited from Dutch, Flemish goedkeuring suffix from Afrikaans goedkeur.
Origin
Afrikaans
goedkeur
Gloss
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- goedkeuren Dutch, Flemish
- goedkeuring Dutch, Flemish
- goed Afrikaans
- goedkeur Afrikaans
- keur Afrikaans