werktuig
Dutch (Brabantic)
/ˈʋɛrk.tœy̯x/
noun
Definitions
- tool
Etymology
Compound from Dutch, Flemish werk (work, product, labour, produce, job, object) + Dutch, Flemish tuig (material, instrument, rig, gear, tool, device).
Origin
Dutch (Brabantic)
tuig
Gloss
material, instrument, rig, gear, tool, device
Concept
Semantic Field
Basic actions and technology
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
具
Emoji
⚒️ ⚓️ ⚗️ ⚙️ ⛏️ ✂️ 🎛️ 🔍️ 🔎 🔥 🔦 🔧 🔨 🔩 🔪 🔫 🔬 🔭 🔮 🗜️ 🛠️ 🧰 🪚 🪛
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aardewerk Dutch, Flemish
- achterwerk Dutch, Flemish
- beeldhouwwerk Dutch, Flemish
- bolwerk Dutch, Flemish
- bontwerk Dutch, Flemish
- bouwwerk Dutch, Flemish
- breiwerk Dutch, Flemish
- broddelwerk Dutch, Flemish
- buitenwerk Dutch, Flemish
- dichtwerk Dutch, Flemish
- drukwerk Dutch, Flemish
- ellebogenwerk Dutch, Flemish
- giswerk Dutch, Flemish
- graafwerktuig Dutch, Flemish
- graven Dutch, Flemish
- handwerk Dutch, Flemish
- hekwerk Dutch, Flemish
- huiswerk Dutch, Flemish
- koetswerk Dutch, Flemish
- koperwerk Dutch, Flemish
- kunstwerk Dutch, Flemish
- leidingwerk Dutch, Flemish
- martelen Dutch, Flemish
- marteltuig Dutch, Flemish
- martelwerktuig Dutch, Flemish
- meesterwerk Dutch, Flemish
- naslagwerk Dutch, Flemish
- netwerk Dutch, Flemish
- overwerk Dutch, Flemish
- paalwerk Dutch, Flemish
- papierwerk Dutch, Flemish
- plaatwerk Dutch, Flemish
- pleisterwerk Dutch, Flemish
- prutswerk Dutch, Flemish
- raamwerk Dutch, Flemish
- raderwerk Dutch, Flemish
- reukwerk Dutch, Flemish
- rijtuig Dutch, Flemish
- rookwerk Dutch, Flemish
- ruimtetuig Dutch, Flemish
- schilderwerk Dutch, Flemish
- schoftentuig Dutch, Flemish
- slagwerk Dutch, Flemish
- sloopwerk Dutch, Flemish
- slopingswerk Dutch, Flemish
- snijwerk Dutch, Flemish
- speeltuig Dutch, Flemish
- standaardwerk Dutch, Flemish
- strafwerk Dutch, Flemish
- stukwerk Dutch, Flemish
- thuiswerk Dutch, Flemish
- touwwerk Dutch, Flemish
- tuig Dutch, Flemish
- tuigen Dutch, Flemish
- tuigleer Dutch, Flemish
- uurwerk Dutch, Flemish
- vaartuig Dutch, Flemish
- vaatwerk Dutch, Flemish
- vakwerk Dutch, Flemish
- veldwerk Dutch, Flemish
- vestingwerk Dutch, Flemish
- vistuig Dutch, Flemish
- vliegtuig Dutch, Flemish
- vloerwerk Dutch, Flemish
- voertuig Dutch, Flemish
- voetenwerk Dutch, Flemish
- vredeswerk Dutch, Flemish
- vrijwilligerswerk Dutch, Flemish
- vuurwerk Dutch, Flemish
- wapentuig Dutch, Flemish
- werk Dutch, Flemish
- werkdruk Dutch, Flemish
- werkeiland Dutch, Flemish
- werkelijk Dutch, Flemish
- werkeloos Dutch, Flemish
- werkgeefster Dutch, Flemish
- werkgelegenheid Dutch, Flemish
- werkgever Dutch, Flemish
- werkgroep Dutch, Flemish
- werklust Dutch, Flemish
- werkneemster Dutch, Flemish
- werknemer Dutch, Flemish
- werkstellig Dutch, Flemish
- werktuigkunde Dutch, Flemish
- werkverlet Dutch, Flemish
- werkverschaffing Dutch, Flemish
- werkwijze Dutch, Flemish
- werkzaam Dutch, Flemish
- zilverwerk Dutch, Flemish
- zintuig Dutch, Flemish
- tuyg Middle Dutch
- werc Middle Dutch
- ruimtetuig Afrikaans
- werk Afrikaans
- *werk Old Dutch
- werk
- tuig
- graven
- tuigen
- vakwerk
- uurwerk
- giswerk
- bolwerk
- rijtuig
- zintuig
- netwerk
- hekwerk
- vistuig
- veldwerk
- stukwerk
- werklust
- touwwerk
- rookwerk
- werkdruk
- drukwerk
- bouwwerk
- paalwerk
- voertuig
- vaatwerk
- reukwerk
- bontwerk
- tuigleer
- martelen
- vuurwerk
- slagwerk
- overwerk
- werkzaam
- breiwerk
- huiswerk
- handwerk
- vaartuig
- snijwerk
- raamwerk
- vloerwerk
- koperwerk
- werkgever
- prutswerk
- strafwerk
- sloopwerk
- koetswerk
- raderwerk
- kunstwerk
- werkgroep
- werkelijk
- aardewerk
- wapentuig
- vliegtuig
- thuiswerk
- speeltuig
- werkeloos
- werkwijze
- plaatwerk
- dichtwerk
- werknemer
- naslagwerk
- werkeiland
- voetenwerk
- werkverlet
- papierwerk
- achterwerk
- vredeswerk
- ruimtetuig
- zilverwerk
- buitenwerk
- marteltuig
- werkstellig
- leidingwerk
- vestingwerk
- broddelwerk
- meesterwerk
- schilderwerk
- pleisterwerk
- schoftentuig
- werkgeefster
- werkneemster
- slopingswerk
- graafwerktuig
- standaardwerk
- beeldhouwwerk
- werktuigkunde
- ellebogenwerk
- martelwerktuig
- werkgelegenheid
- werkverschaffing
- vrijwilligerswerk