pijpaarde
Dutch (Brabantic)
/ˈpɛi̯pˌaːr.də/
noun
Definitions
- A type of fine clay that turns white when baked, used in former times for making tobacco pipes.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish pijp (pipe, tobacco pipe, tube) + Dutch, Flemish aarde (earth, soil, ground, -minded).
Origin
Dutch (Brabantic)
aarde
Gloss
earth, soil, ground, -minded
Concept
Semantic Field
The physical world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
土, 地
Emoji
🌍️ 🌎️ 🌏️ 🌐 🗺️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aardappel Dutch, Flemish
- aardbeving Dutch, Flemish
- aardbodem Dutch, Flemish
- aarde Dutch, Flemish
- aardedonker Dutch, Flemish
- aarden Dutch, Flemish
- aardewerk Dutch, Flemish
- aardgewas Dutch, Flemish
- aardnoot Dutch, Flemish
- aardolie Dutch, Flemish
- aards Dutch, Flemish
- aardschok Dutch, Flemish
- aardsgezind Dutch, Flemish
- aardvarken Dutch, Flemish
- aardverschuiving Dutch, Flemish
- aardvrucht Dutch, Flemish
- aardwarmte Dutch, Flemish
- aardworm Dutch, Flemish
- aluinaarde Dutch, Flemish
- beenpijp Dutch, Flemish
- blaaspijp Dutch, Flemish
- boomaarde Dutch, Flemish
- broekspijp Dutch, Flemish
- buitenaards Dutch, Flemish
- halfpijp Dutch, Flemish
- keiaarde Dutch, Flemish
- luchtpijp Dutch, Flemish
- onderaards Dutch, Flemish
- orgelpijp Dutch, Flemish
- penaarde Dutch, Flemish
- pijp Dutch, Flemish
- pijpen Dutch, Flemish
- pijpeneren Dutch, Flemish
- pijpenkrul Dutch, Flemish
- pijpenla Dutch, Flemish
- pijpensteel Dutch, Flemish
- pijpenwisser Dutch, Flemish
- pijpewisser Dutch, Flemish
- pijpklei Dutch, Flemish
- pijpkruid Dutch, Flemish
- pijpleiding Dutch, Flemish
- pijporgel Dutch, Flemish
- pijptang Dutch, Flemish
- randaarde Dutch, Flemish
- regenpijp Dutch, Flemish
- waterpijp Dutch, Flemish
- zakpijp Dutch, Flemish
- zegelaarde Dutch, Flemish
- arde Indonesian
- pîpe Middle Dutch
- āerde Middle Dutch
- aarde Afrikaans
- aardvark Afrikaans
- pyp Afrikaans
- pijp
- aarde
- aards
- pijpen
- aarden
- zakpijp
- pijptang
- keiaarde
- aardnoot
- aardworm
- aardolie
- pijpenla
- penaarde
- halfpijp
- pijpklei
- beenpijp
- randaarde
- orgelpijp
- aardewerk
- blaaspijp
- aardbodem
- pijporgel
- aardschok
- waterpijp
- aardappel
- boomaarde
- aardgewas
- luchtpijp
- regenpijp
- pijpkruid
- pijpenkrul
- broekspijp
- pijpeneren
- onderaards
- aluinaarde
- aardvrucht
- aardvarken
- aardbeving
- zegelaarde
- aardwarmte
- pijpensteel
- pijpleiding
- buitenaards
- pijpewisser
- aardsgezind
- aardedonker
- pijpenwisser
- aardverschuiving