koeltoren
Dutch (Brabantic)
/ˈkulˌtoː.rə(n)/
noun
Definitions
- A cooling tower.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish koelen (cool) + Dutch, Flemish toren (tower).
Origin
Dutch (Brabantic)
toren
Gloss
tower
Concept
Semantic Field
Warfare and hunting
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
楼, 塔
Emoji
🗼
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Eiffeltoren Dutch, Flemish
- afkoelen Dutch, Flemish
- belegeringstoren Dutch, Flemish
- boortoren Dutch, Flemish
- doorkoelen Dutch, Flemish
- geschutstoren Dutch, Flemish
- kasteeltoren Dutch, Flemish
- kerktoren Dutch, Flemish
- klokkentoren Dutch, Flemish
- koel Dutch, Flemish
- koelcel Dutch, Flemish
- koelen Dutch, Flemish
- koeler Dutch, Flemish
- koeling Dutch, Flemish
- koelkast Dutch, Flemish
- koelwagen Dutch, Flemish
- lichttoren Dutch, Flemish
- onderkoelen Dutch, Flemish
- panoramatoren Dutch, Flemish
- schaaktoren Dutch, Flemish
- schachttoren Dutch, Flemish
- toren Dutch, Flemish
- torenflat Dutch, Flemish
- torenfort Dutch, Flemish
- torenhoog Dutch, Flemish
- torenspits Dutch, Flemish
- torenwacht Dutch, Flemish
- uitkijktoren Dutch, Flemish
- vieringtoren Dutch, Flemish
- vuurtoren Dutch, Flemish
- wachttoren Dutch, Flemish
- watertoren Dutch, Flemish
- woontoren Dutch, Flemish
- coelen Middle Dutch
- torre Middle Dutch
- toring Afrikaans
- koel
- toren
- koeler
- koelen
- koeling
- koelcel
- koelkast
- afkoelen
- vuurtoren
- torenhoog
- boortoren
- kerktoren
- torenfort
- torenflat
- koelwagen
- woontoren
- watertoren
- torenwacht
- torenspits
- wachttoren
- doorkoelen
- lichttoren
- onderkoelen
- Eiffeltoren
- schaaktoren
- uitkijktoren
- kasteeltoren
- vieringtoren
- klokkentoren
- schachttoren
- panoramatoren
- geschutstoren
- belegeringstoren