kerststol
Dutch (Brabantic)
/ˈkɛr.stɔl/
noun
Definitions
- stollen sold and eaten around Christmas time
Etymology
Compound from Dutch, Flemish kerst (Christmas) + Dutch, Flemish stol.
Origin
Dutch (Brabantic)
stol
Gloss
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Stollen German
- Kersteiland Dutch, Flemish
- feeststol Dutch, Flemish
- kerst Dutch, Flemish
- kerstavond Dutch, Flemish
- kerstbal Dutch, Flemish
- kerstbok Dutch, Flemish
- kerstboom Dutch, Flemish
- kerstcadeau Dutch, Flemish
- kerstdag Dutch, Flemish
- kerstdiner Dutch, Flemish
- kerstekind Dutch, Flemish
- kerstengel Dutch, Flemish
- kerstfeest Dutch, Flemish
- kerstgans Dutch, Flemish
- kerstgeschenk Dutch, Flemish
- kerstgroep Dutch, Flemish
- kerstkaart Dutch, Flemish
- kerstkind Dutch, Flemish
- kerstkrans Dutch, Flemish
- kerstlied Dutch, Flemish
- kerstman Dutch, Flemish
- kerstmarkt Dutch, Flemish
- kerstmis Dutch, Flemish
- kerstmuziek Dutch, Flemish
- kerstnacht Dutch, Flemish
- kerstpakket Dutch, Flemish
- kerstroos Dutch, Flemish
- kerstspel Dutch, Flemish
- kerststal Dutch, Flemish
- kerstster Dutch, Flemish
- kerststuk Dutch, Flemish
- kersttijd Dutch, Flemish
- kerstvakantie Dutch, Flemish
- kerstverlichting Dutch, Flemish
- paasstol Dutch, Flemish
- stol Dutch, Flemish
- stol
- kerst
- kerstdag
- kerstmis
- kerstbal
- kerstbok
- kerstman
- paasstol
- kerstlied
- kerstboom
- kersttijd
- kerstspel
- kerstgans
- kerstster
- feeststol
- kerstkind
- kerststuk
- kerststal
- kerstroos
- kerstfeest
- kerstekind
- kerstdiner
- kerstnacht
- kerstavond
- kerstmarkt
- kerstkrans
- kerstkaart
- kerstgroep
- kerstengel
- Kersteiland
- kerstpakket
- kerstmuziek
- kerstcadeau
- kerstvakantie
- kerstgeschenk
- kerstverlichting