buitenaards
Dutch (Brabantic)
/ˌbœy̯.tə(n)ˈaːrts/
adj
Definitions
- extraterrestrial, alien
Etymology
Compound from Dutch, Flemish buiten (outside, in the open, without, outside of, outer, out) + Dutch, Flemish aards (earthish), buiten (outside, in the open, without, outside of, outer, out) + Dutch, Flemish aarde (earth, soil, ground, -minded).
Origin
Dutch (Brabantic)
aarde
Gloss
earth, soil, ground, -minded
Concept
Semantic Field
The physical world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
土, 地
Emoji
🌍️ 🌎️ 🌏️ 🌐 🗺️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aardappel Dutch, Flemish
- aardbeving Dutch, Flemish
- aardbodem Dutch, Flemish
- aarde Dutch, Flemish
- aardedonker Dutch, Flemish
- aarden Dutch, Flemish
- aardewerk Dutch, Flemish
- aardgewas Dutch, Flemish
- aardnoot Dutch, Flemish
- aardolie Dutch, Flemish
- aards Dutch, Flemish
- aardschok Dutch, Flemish
- aardsgezind Dutch, Flemish
- aardvarken Dutch, Flemish
- aardverschuiving Dutch, Flemish
- aardvrucht Dutch, Flemish
- aardwarmte Dutch, Flemish
- aardworm Dutch, Flemish
- aluinaarde Dutch, Flemish
- binnenstebuiten Dutch, Flemish
- boomaarde Dutch, Flemish
- buiten Dutch, Flemish
- buitenband Dutch, Flemish
- buitenbeugel Dutch, Flemish
- buitendeur Dutch, Flemish
- buitengaats Dutch, Flemish
- buitengemeen Dutch, Flemish
- buitenhuis Dutch, Flemish
- buitenissig Dutch, Flemish
- buitenkans Dutch, Flemish
- buitenkant Dutch, Flemish
- buitenkern Dutch, Flemish
- buitenland Dutch, Flemish
- buitenleven Dutch, Flemish
- buitenlucht Dutch, Flemish
- buitenlui Dutch, Flemish
- buitenmaatschappelijk Dutch, Flemish
- buitenman Dutch, Flemish
- buitenmoeder Dutch, Flemish
- buitenmuur Dutch, Flemish
- buitenplaneet Dutch, Flemish
- buitenpolitiek Dutch, Flemish
- buitenshuis Dutch, Flemish
- buitensluiten Dutch, Flemish
- buitenspel Dutch, Flemish
- buitensporig Dutch, Flemish
- buitenst Dutch, Flemish
- buitenstaander Dutch, Flemish
- buitentijds Dutch, Flemish
- buitentrouw Dutch, Flemish
- buitenverblijf Dutch, Flemish
- buitenvrouw Dutch, Flemish
- buitenwaarts Dutch, Flemish
- buitenwacht Dutch, Flemish
- buitenwereld Dutch, Flemish
- buitenwerk Dutch, Flemish
- buitenwettelijk Dutch, Flemish
- buitenwijk Dutch, Flemish
- buitenwipper Dutch, Flemish
- keiaarde Dutch, Flemish
- onaards Dutch, Flemish
- onderaards Dutch, Flemish
- penaarde Dutch, Flemish
- pijpaarde Dutch, Flemish
- randaarde Dutch, Flemish
- zegelaarde Dutch, Flemish
- arde Indonesian
- buten Middle Dutch
- ertsch Middle Dutch
- āerde Middle Dutch
- aarde Afrikaans
- aardvark Afrikaans
- buite Afrikaans
- boiti Sranan Tongo
- aards
- aarde
- aarden
- buiten
- onaards
- keiaarde
- aardworm
- buitenst
- aardolie
- aardnoot
- penaarde
- buitenlui
- aardewerk
- aardbodem
- pijpaarde
- boomaarde
- randaarde
- aardschok
- aardappel
- buitenman
- aardgewas
- buitenkant
- onderaards
- aluinaarde
- buitenmuur
- aardvarken
- buitenland
- buitenband
- aardbeving
- buitenkern
- buitenwerk
- buitenspel
- aardwarmte
- buitendeur
- buitenwijk
- aardvrucht
- zegelaarde
- buitenkans
- buitenhuis
- buitengaats
- buitenleven
- buitenlucht
- aardsgezind
- buitentijds
- buitentrouw
- buitenshuis
- buitenvrouw
- aardedonker
- buitenwacht
- buitenissig
- buitenmoeder
- buitenwipper
- buitenwereld
- buitenbeugel
- buitengemeen
- buitensporig
- buitenwaarts
- buitenplaneet
- buitensluiten
- buitenstaander
- buitenpolitiek
- buitenverblijf
- buitenwettelijk
- binnenstebuiten
- aardverschuiving
- buitenmaatschappelijk