Naaktgeboren
Dutch (Brabantic)
proper noun
Etymology
Compound from Dutch, Flemish naakt (naked, nude) + Dutch, Flemish geboren (born).
Origin
Dutch (Brabantic)
geboren
Gloss
born
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aangeboren Dutch, Flemish
- boorling Dutch, Flemish
- boreling Dutch, Flemish
- eerstgeborene Dutch, Flemish
- geboreling Dutch, Flemish
- geboren Dutch, Flemish
- inboorling Dutch, Flemish
- moedernaakt Dutch, Flemish
- naakt Dutch, Flemish
- naaktfoto Dutch, Flemish
- naaktheid Dutch, Flemish
- naaktloper Dutch, Flemish
- naaktslak Dutch, Flemish
- naaktstrand Dutch, Flemish
- nakie Dutch, Flemish
- piemelnaakt Dutch, Flemish
- poedelnaakt Dutch, Flemish
- spiernaakt Dutch, Flemish
- naket Middle Dutch