weerprofeet
Afrikaans
noun
Definitions
- weather forecaster; weather reporter
Etymology
Compound from Afrikaans weer (weather, unweather) + Afrikaans profeet (prophet).
Origin
Afrikaans
profeet
Gloss
prophet
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- profeet Dutch, Flemish
- onweer Afrikaans
- profeet Afrikaans
- weer Afrikaans
- weerberig Afrikaans
- weermag Afrikaans
- weervoorspeller Afrikaans
- weervoorspelling Afrikaans