boomgaard
Afrikaans
noun
Definitions
- orchard
Etymology
Inherited from Dutch, Flemish boomgaard inherited from Middle Dutch boomgaert inherited from Old Dutch bōmgardo compound from Afrikaans boom (tree) + Afrikaans gaard (garden).
Origin
Afrikaans
gaard
Gloss
garden
Concept
Semantic Field
Agriculture and vegetation
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
園
Emoji
🏡
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- guarriboom English
- waterboom English
- appelboomgaard Dutch, Flemish
- boom Dutch, Flemish
- boomgaard Dutch, Flemish
- boomgaardenier Dutch, Flemish
- gaard Dutch, Flemish
- boomgaert Middle Dutch
- akkerboom Afrikaans
- boom Afrikaans
- broodboom Afrikaans
- doringboom Afrikaans
- gaard Afrikaans
- hefboom Afrikaans
- kafferboom Afrikaans
- lindeboom Afrikaans
- palmboom Afrikaans
- witgatboom Afrikaans
- bōmgardo Old Dutch